Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek

"It's easier to change your environment than it is to change your mind"

Dr. ir. Gerda Feunekes

Dr. ir. Gerda Feunekes

Oud-directeur Voedingscentrum
7 juni 2017
Deze quote van Prof. Brian Wansink is voor mij met stip de belangrijkste boodschap van de masterclass voeding en gedrag in Londen. Het Voedingscentrum nam afgelopen zomer tijdens een studiereis het initiatief om te leren van de Britten hoe we mensen het beste kunnen stimuleren om gezondere en duurzamere keuzes te maken, door aan te sluiten bij de laatste wetenschappelijke inzichten.

Een eerdere studiereis van het Voedingscentrum (2013) focuste op overgewicht: leren van de ervaringen in het obesitas land bij uitstek, de Verenigde Staten. We namen ook nu weer een boeiende groep mee:  hoogleraren voeding, hoogleraren uit de gezondheidspsychologie, gezondheidsbevordering en gezondheidscommunicatie, vertegenwoordigers van de overheid, industrie, retail, Consumentenbond, RIVM, Pharos, JOGG en ook het Belgische en Duitse Voedingscentrum. Een uitgebreid verslag van de masterclass staat deze maand in het tijdschrift Voeding Nu.

De presentaties zijn ook in te zien. 



De Behavioural Insight Teams die door de Engelse overheid zijn ingesteld doen onderzoek om concrete antwoorden te geven op de uitdagingen bij gedragsverandering: wat werkt het best? Ze werken intensief samen met Public Health England, de uitvoerende organisatie in de UK op het gebied van gezondheid. Gedrag, ook eetgedrag, gebeurt vaak op de automatisch piloot. De truc is om hierop in te spelen en je niet te beperken tot de rationele route van gedragsverandering die loopt via kennis, attituden en vaardigheden. Maak het gewenste gedrag ook vooral de makkelijke, voor de hand liggende, keuze: denk aan productherformulering (minder zout, suiker) en een prominenter gezond aanbod (bijvoorbeeld in de kantine liggen stapels fruit voor het grijpen). Dit heet nudgen en het werkt.

Ik was geïnspireerd door de vele voorbeelden in de UK. Wat te denken van een winkelkarretje waarin de bodem een mooie foto bevat met groenten en fruit? Dit ‘nudget' mensen om het karretje te vullen met meer van deze producten. Andere voorbeelden zijn gezonde producten die bij de kassa liggen of anderszins  voor het grijpen. Het aanpassen van portiegrootte is nog een goede: ongezonde producten maak je kleiner, gezonde groter. En deze: in een supermarkt bleek het simpelweg plakken van een gele aanbiedingssticker al effectief om de keuze voor een gezonder product te stimuleren. Het effect van deze stappen is significant maar afzonderlijk niet heel groot. Maar alle kleine stappen samen hebben wel degelijk een enorm effect.

Er zijn mensen die aangeven dat nudgen manipulatie is, maar nudgen is niet anders dan marketing zoals commerciële partijen dit doen, alleen wordt het nu ingezet voor gezonde producten. Nudging legt mensen geen beperkingen op: het versterkt het gedrag wat ze eigenlijk willen uitvoeren en haalt de drempels weg, de andere optie blijft beschikbaar. Een nudge heeft als doel iemand succesvol te laten zijn bij het bereiken van zijn doel. Het Voedingscentrum werkt ook met dit inzicht: de Gezonde Schoolkantine bijvoorbeeld, waarbij we leerlingen en studenten nudgen naar gezonde keuzes. De visie van het Voedingscentrum is niet voor niets tweeledig: individuen informeren en stimuleren om gezond en duurzaam te eten en de omgeving zo inrichten dat deze keuze de makkelijke is.

Voor het succesvol implementeren van nudges in de omgeving is veel nodig: een goede samenwerking tussen overheid en marktpartijen, een goede meting van de effecten en waar nodig bijstelling. Een relevante onderzoeksvraag is ook hoe lang nudges blijven werken en hoe vaak je ze moet veranderen om effectief te blijven.

De positieve interacties in de groep zijn voor mij ook een belangrijke uitkomst van de studiereis. Het gezamenlijk leren begrijpen wat er met nudging wel en niet te bereiken is en hierover samen discussiëren, schept een goede basis om samen de omgeving in Nederland gezonder te maken.

Gerda Feunekes, directeur