Deze quote van Prof. Brian Wansink is voor mij met stip de
belangrijkste boodschap van de masterclass voeding en gedrag in Londen. Het
Voedingscentrum nam afgelopen zomer tijdens een studiereis het initiatief om te
leren van de Britten hoe we mensen het beste kunnen stimuleren om gezondere en
duurzamere keuzes te maken, door aan te sluiten bij de laatste
wetenschappelijke inzichten.
Een eerdere studiereis van het Voedingscentrum (2013)
focuste op overgewicht: leren van de ervaringen in het obesitas land bij
uitstek, de Verenigde Staten. We namen ook nu weer een boeiende groep mee: hoogleraren voeding, hoogleraren uit de
gezondheidspsychologie, gezondheidsbevordering en gezondheidscommunicatie,
vertegenwoordigers van de overheid, industrie, retail, Consumentenbond, RIVM,
Pharos, JOGG en ook het Belgische en Duitse Voedingscentrum. Een uitgebreid
verslag van de masterclass staat deze maand in het tijdschrift Voeding Nu.
De presentaties zijn ook in te zien.
De Behavioural Insight Teams die door de Engelse overheid
zijn ingesteld doen onderzoek om concrete antwoorden te geven op de uitdagingen
bij gedragsverandering: wat werkt het best? Ze werken intensief samen met
Public Health England, de uitvoerende organisatie in de UK op het gebied van
gezondheid. Gedrag, ook eetgedrag, gebeurt vaak op de automatisch piloot. De
truc is om hierop in te spelen en je niet te beperken tot de rationele route
van gedragsverandering die loopt via kennis, attituden en vaardigheden. Maak
het gewenste gedrag ook vooral de makkelijke, voor de hand liggende, keuze:
denk aan productherformulering (minder zout, suiker) en een prominenter gezond aanbod
(bijvoorbeeld in de kantine liggen stapels fruit voor het grijpen). Dit heet
nudgen en het werkt.
Ik was geïnspireerd door de vele voorbeelden in de UK. Wat
te denken van een winkelkarretje waarin de bodem een mooie foto bevat met groenten
en fruit? Dit ‘nudget' mensen om het karretje te vullen met meer van deze
producten. Andere voorbeelden zijn gezonde producten die bij de kassa liggen of
anderszins voor het grijpen. Het aanpassen
van portiegrootte is nog een goede: ongezonde producten maak je kleiner,
gezonde groter. En deze: in een supermarkt bleek het simpelweg plakken van een
gele aanbiedingssticker al effectief om de keuze voor een gezonder product te
stimuleren. Het effect van deze stappen is significant maar afzonderlijk niet
heel groot. Maar alle kleine stappen samen hebben wel degelijk een enorm
effect.
Er
zijn mensen die aangeven dat nudgen manipulatie is, maar nudgen is niet anders dan
marketing zoals commerciële partijen dit doen, alleen wordt het nu ingezet voor
gezonde producten. Nudging legt mensen geen beperkingen op: het
versterkt het gedrag wat ze eigenlijk willen uitvoeren en haalt de drempels weg,
de andere optie blijft beschikbaar. Een nudge heeft als doel iemand succesvol te laten
zijn bij het bereiken van zijn doel. Het Voedingscentrum werkt ook met dit
inzicht: de Gezonde Schoolkantine bijvoorbeeld, waarbij we leerlingen en
studenten nudgen naar gezonde keuzes. De visie van het Voedingscentrum is niet
voor niets tweeledig: individuen informeren en stimuleren om gezond en duurzaam
te eten en de omgeving zo inrichten dat deze keuze de makkelijke is.
Voor het succesvol implementeren van nudges in de omgeving
is veel nodig: een goede samenwerking tussen overheid en marktpartijen, een
goede meting van de effecten en waar nodig bijstelling. Een relevante
onderzoeksvraag is ook hoe lang nudges blijven werken en hoe vaak je ze moet
veranderen om effectief te blijven.
De positieve interacties in de groep zijn voor mij ook een
belangrijke uitkomst van de studiereis. Het gezamenlijk leren begrijpen wat er
met nudging wel en niet te bereiken is en hierover samen discussiëren, schept
een goede basis om samen de omgeving in Nederland gezonder te maken.
Gerda Feunekes, directeur