Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Stadslandbouw (urban farming)

Stadslandbouw (urban farming) is de productie van voedsel in en om de stad. Bijvoorbeeld in stadsboerderijen, volkstuinen en schooltuintjes. Deze vorm van landbouw heeft vaak ook andere doelen dan eten produceren, zoals educatie, zorg en recreatie.

Bij het verbouwen van voedsel in de stad is aan te raden erop te letten dat de bodem schoon is en dat de afstand tot wegen voldoende is, vanwege fijnstof en andere luchtvervuiling. 

Omdat meestal biologisch gewerkt wordt, het om verse, onbewerkte producten gaat en de afstanden kort zijn, kan de productie doorgaans als een duurzame vorm van landbouw gezien worden. Het kleinschalige karakter zorgt wel voor lagere opbrengsten dan gangbare vormen van landbouw. 

Wat is stadslandbouw?

Stadslandbouw (urban farming) kent vele vormen: kweekbakken op het dakterras, een volkstuin, een schooltuin, een moestuin in het park of op een braakliggend terrein die gezamenlijk wordt onderhouden door bewoners, een zorgboerderij in de stadsrandzone, kantoorgebouwen die (tijdelijk) als kas worden gebruikt, een hightech kas bovenop de supermarkt, enzovoorts. Het gaat vrijwel altijd om het verbouwen van seizoensgroente en -fruit. Af en toe zie je ook kippen. Vaak ligt de focus niet direct op veel eten produceren, maar ook op recreatie, educatie, zorg en beheer van groene ruimte, landschap, biodiversiteit en waterbeheer. 

Ontwikkeling van stadslandbouw

Stadslandbouw is niet nieuw. Al in de Tweede Wereldoorlog werd gestimuleerd om in parken in Londen, Berlijn en steden in de VS je eigen groente te verbouwen, om zo de schaarste het hoofd te bieden. Dit werden Victory Gardens genoemd. Een van de voorbeelden van succesvolle stadslandbouwprogramma’s is in Cuba, waar zelfvoorziening een noodzaak was door sluiting van de grenzen.

Wat wel heel nieuw is, zijn projecten van architecten en projectontwikkelaars voor het creëren van innovatieve (hoog)technologische productievormen. Een voorbeeld daarvan is de kweek van paddenstoelen in het voormalige Tropicanazwembad in Rotterdam. Een ander voorbeeld is om van oude kantoren in Den Haag varkensstallen te maken. In Singapore zijn er stellages om verticaal sla te kweken, dus trapsgewijs boven elkaar. 

Er ontstaan ook steeds meer vormen van multifunctionele stadslandbouw, dus met meer functies dan voedsel produceren. Denk aan zorgboerderijen, vergaderlocaties op de boerderij, kinderboerderijen en educatieve centra. Een bekend voorbeeld is de Eemlandhoeve in Spakenburg.

Met name in de VS en in Canada is urban farming een bekend begrip. Daar werken ze veel met vrijwilligers en is er afzet via groenteabonnementen. In Nederland is Rotterdam een van de voorlopers. Platforms waar een aantal stadslandbouwprojecten onder vallen zijn bijvoorbeeld Eetbaar Rotterdam, Platform Eetbaar Amsterdam, Gezonde Gronden in Den Haag, Eetbare Stad Groningen, Eetbaar Utrecht, Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere. 

De toekomst van stadslandbouw

Er liggen in Nederland volop kansen voor stadslandbouw. Het kan naast voedselproductie en maatschappelijke functies nog meer rollen vervullen, bijvoorbeeld als leverancier van energie, als waterbuffer of als verwerker van afvalstoffen. Enkele knelpunten die de ontwikkeling in de weg staan zijn de grondprijzen in steden, de regelgeving in bestemmingsplannen en de lange voorbereidingstijd. 

Verder is het nog niet goed gemeten welke (maatschappelijke) effecten precies verwacht kunnen worden. Er zijn nog weinig voorbeelden bekend van langlopende, duurzame projecten. Omdat de focus vooral op seizoensgroente en -fruit ligt, kan stadlandbouw niet in al het voedsel voorzien.

Wordt er door stadslandbouw meer groente en fruit gegeten?

Volks- en schooltuinen dragen mogelijk bij aan een hogere consumptie van groente en fruit, aan het algemene welzijn van kinderen en het vasthouden van gezonde eetgewoontes op volwassen leeftijd. Sommige onderzoeken laten zien dat kinderen meer soorten groente gaan eten. Er zijn geen onderzoeken bekend die dit voor Nederland aantonen. Er is wel voldoende aanleiding om het stimuleren van schooltuinen te overwegen. Tuinieren zorgt mogelijk niet alleen voor gezonder eten, maar ook aan meer beweging, positieve sociale interactie en voortzetting van het tuinieren gedurende het hele leven. 

Zijn producten van stadslandbouw meer vervuild?

Voedsel uit de stadslandbouw geeft mensen het gevoel dat het gezonder is. Maar stadslandbouw heeft ook risico's op gebied van voedselveiligheid. Groenten uit de stad kunnen hoge gehaltes zware metalen bevatten, door het verkeer of de bodem. In de stad komen vaker vervuilde bodems voor. Goed bodemonderzoek vooraf is belangrijk.

Stadstuintjes

Voor verschillende groenten uit stadstuintjes geldt dat het gehalte aan zware metalen minstens 2 keer zo hoog ligt dan normaal, blijkt uit een uitgebreid onderzoek in Berlijn. Twee derde van de groenten uit tuintjes op minder dan 10 meter van een drukke weg overschrijdt de Europese normen voor lood. Wie in de stad woont krijgt het advies om de locatie van de tuin zorgvuldig te kiezen. Het risico op verontreiniging is het laagst in een tuin die zo ver mogelijk verwijderd is van autoverkeer of verscholen ligt achter een gebouw en heggen.

Tuinen langs de spoorbaan

De VU Amsterdam heeft onderzoek gedaan naar het risico van volkstuintjes langs de spoorbaan. Het type verontreiniging waar hier sprake van zal zijn, is vooral:

  • IJzer, door slijtage van rails en spoorwegmaterieel. IJzer is geen milieu-gevaarlijke stof 
  • Zware metalen (voornamelijk koper en in mindere mate lood, chroom en nikkel), veroorzaakt door slijtage van de bovenleidingen, sleepstukken, wielbanden en rails.
  • De schadelijke stoffen PAK’s, die vrijkomen uit dwarsliggers.
  • Onkruidbestrijdingsmiddelen, toegepast om de baan van begroeiing vrij te houden.

Het klopt dat in tuintjes naast het spoor iets meer van bovenstaande verontreinigingen voorkomen. Maar die verhoging is slechts zo klein dat er geen het geen risico geeft voor de gezondheid.

Teelt en verwerking

Ook de voedselveiligheid bij teelt en verwerking is een aandachtspunt. Professionele landbouwbedrijven moeten voldoen aan Europese hygiëne-eisen. Bij kleinschalige productie binnen stadslandbouw hoeft dat niet. Stadslandbouw biedt geen garantie dat alle deelnemers zorgvuldig omgaan met mest en (biologische) bestrijdingsmiddelen. Er kunnen ook schadelijke bacteriën voorkomen. Daarom geldt hier, net als voor alle groente en fruit, dat ze goed gewassen moeten worden. 

Is stadslandbouw duurzaam?

Stadslandbouw is doorgaans een duurzame vorm van landbouw. Dat komt omdat meestal biologisch gewerkt wordt, het om verse, onbewerkte producten gaat en de afstanden kort zijn. Het kleinschalige karakter zorgt wel voor lagere opbrengsten dan gangbare vormen van landbouw. 

Stadslandbouw en reguliere landbouw vullen elkaar aan. De gangbare landbouw richt zich op specialisatie en kostprijsverlaging, terwijl stadslandbouw meer nadruk legt op sociale en ecologische aspecten. Waar de afstand van voedselproductie tot de consument steeds groter wordt bij de reguliere productie, kan stadslandbouw juist de relatie tussen voedsel en consument bewaken of herstellen. 

Meer informatie

Er is een jaarlijkse Dag van de Stadslandbouw.