Vorige week was ik bij het symposium ‘Shaping the Future of Food Safety Together’, georganiseerd door de Europese Autoriteit van Voedselveiligheid (EFSA). Meer dan 900 wetenschappers uit 70 verschillende landen kwamen bijeen in Milaan. Een groot deel van het symposium ging over het beoordelen van voedselrisico's. Logisch, want dat is de kerntaak van de EFSA.
Professor Jasanoff van Harvard University gaf een interessante kijk over hoe risico's ervaren en beoordeeld worden. Zoals bekend uit eerder onderzoek verschilt dit nogal per land en speelt cultuur hierin een belangrijke rol. Neem bijvoorbeeld nanotechnologie. Deze nieuwe techniek wordt in Europa met argusogen bekeken in relatie tot voeding, terwijl het in Azië juist een ‘unique selling point’ is en deze techniek met trots op de verpakking wordt vermeld.
Daarnaast kijken wetenschappers en consumenten soms heel anders tegen risico's aan. Het risico van bestrijdingsmiddelen op voeding is hier een voorbeeld van. De EFSA concludeert op basis van bijna 81.000 monsters dat het risico voor de volksgezondheid zeer klein is, terwijl er organisaties zijn die dit in twijfel trekken. En door een klein deel van de consumenten worden bestrijdingsmiddelen als een groot risico zien.
Op andere terreinen is het juist andersom. Voedselinfecties wordt vanuit de wetenschap gezien als een reëel risico met alleen in Nederland al 700.000 ziektegevallen en rond de 75 doden per jaar. Terwijl veel consumenten zich hier veel minder druk om maken en zich niet altijd bewust zijn van de eigen keukenblunders.
Kortom, de perceptie van voedselrisico's kan nogal verschillen en soms wordt de beoordeling door wetenschappers nauwelijks geloofd. Velen waren het erover eens dat betere transparantie en het benoemen van onzekerheden belangrijk is om vertrouwen van het publiek te winnen.
Professor Jasanoff ging verder door te stellen dat juist het betrekken van het publiek in het proces van risicobeoordeling essentieel is voor het vertrouwen. Dat wordt de echte uitdaging: publiek en wetenschap op één lijn krijgen.
Wieke van der Vossen, expert Voedselveiligheid