Het Voedingscentrum plaatst de antwoorden van de
partijen zonder redactionele aanpassingen.
Jimmy Dijk - SP
Wanneer Nederlanders duurzame en gezonde voedselkeuzes kunnen maken, kunnen zij bijdragen aan de gezondheid van mens en milieu. Wat is jullie standpunt als het gaat om het ondersteunen van inwoners van Nederland bij gezond en duurzaam eten en het aanleren van goede eetgewoontes bij onze kinderen? En hoe zien jullie de verbinding tussen duurzame en gezonde voeding?
De gezondheidsverschillen tussen arme en rijke mensen zijn de afgelopen jaren toegenomen. Het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) kwam vorig jaar met het bericht dat mensen met een laag inkomen en een lage opleiding 15 jaar minder in goede gezondheid leven dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding en een hoog inkomen. Wanneer er alleen gekeken werd naar vermogen en inkomen dan loopt dit verschil zelfs op tot 23 jaar voor vrouwen en 25 jaar voor mannen. Uit een ander onderzoek van het CBS van dit jaar kwam ook naar voren dat 17 procent van de mensen aangeeft te weinig geld te hebben om gezonde producten te kopen. De eerste cruciale stap is dan ook om deze sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen door het verkleinen van de grote inkomens- en vermogensverschillen, zodat mensen überhaupt geld overhouden voor het kopen van fruit en een gezonde warme maaltijd.
Tegelijkertijd hebben we te maken met een voedselindustrie die ons continu beïnvloedt om ongezonde producten te kopen. Zo gaat het meeste geld in voedselmarketing naar de promotie van ongezond voedsel. Deze producenten dienen stevig aangepakt te worden door ze strenger te controleren en te reguleren. Er moeten wettelijk normen worden vastgelegd als het gaat om maximale gehaltes voor zout, suiker en verzadigd vet in voedselproducten in plaats van dat we blijven aanmodderen met convenanten waar geen bindende afspraken in staan.
Tot slot willen we toe naar een ander voedselsysteem. Boeren die diervriendelijk en duurzaam produceren kunnen rekenen op onze steun. We stimuleren de overstap van intensieve landbouw naar biologische landbouw. We garanderen voldoende, veilig en duurzaam voedsel in ons land door oneerlijke internationale handel aan banden te leggen en de voedselproductie zo veel mogelijk te richten op ons eigen land en de buurlanden. Duurzame landbouw zorgt voor een gezondere leefomgeving doordat dat kans op zoönoses afneemt, het beter is voor de bodem- en waterkwaliteit en er geen landbouwgif meer gebruikt wordt.
Wat is het standpunt van jullie partij over structureel voedselonderwijs voor alle kinderen op alle basisscholen in Nederland? En wat denkt u van gratis één keer per dag een duurzaam gezonde lunch voor elke basisschoolleerling in Nederland, ook omdat je zo de kansengelijkheid vergroot?
In het huidige basisonderwijs en ook in het voortgezet onderwijs is al vastgelegd dat leerkrachten en docenten aandacht moeten besteden aan voeding. Zo wordt voor het basisonderwijs in het leergebied 'Oriëntatie op jezelf en de wereld' aangegeven dat er aandacht moet zijn voor het belang van een goed voedingspatroon en de basisregels voor een gezond voedingspatroon. Als SP vinden we het belangrijk dat dit zo blijft. Het is goed dat scholen aandacht besteden aan wat gezond is en wat ongezond is en waar het voedsel vandaan komt. Tegelijkertijd vinden we dat de meeste aandacht moet uitgaan naar lezen, schrijven, rekenen en burgerschap. Wij zijn geen voorstander van een extra vak over voeding in een toch al overladen schoolprogramma.
Initiatieven om een gratis duurzame en gezonde lunch aan te bieden op scholen hebben wij altijd ondersteund. Er is sprake van een schrijnende situatie waarbij het aantal kinderen dat met een lege maag op school verschijnt toeneemt en veel broodtrommels niet voldoende gevuld zijn voor de lunch. Dit heeft als effect dat kinderen zich minder goed kunnen concentreren en minder goed kunnen meekomen. Het aanbieden van schoollunches helpt deze kinderen en versterkt de gezondheid en kansengelijkheid. Tegelijkertijd is dit een vorm van symptoombestrijding en moeten we ook toewerken naar structurele oplossingen voor de armoede en ongelijkheid in dit land. Daarnaast moet bij de uitvoering van het aanbieden van gratis schoolmaaltijden ook gewaarborgd worden dat er voldoende financiering is om dit te realiseren en er moet voorkomen worden dat de organisatie en het aanbieden van deze maaltijden leidt tot extra druk bij de leerkrachten van deze scholen.
Onze Nederlandse voedselomgeving kan gezonder en duurzamer. Om een voorbeeld te geven, 80% van het assortiment in de supermarkt staat niet in de Schijf van Vijf. Ook in andere publieke omgevingen, zoals scholen, sportomgevingen, ziekenhuizen en binnen gemeentes zouden we meer volgens de Schijf van Vijf willen kiezen. Hoe kijkt jullie partij naar het gezonder en duurzamer maken van dergelijke eetomgevingen?
In een eerder antwoord gaven we al aan dat de gezondheidsverschillen in Nederland groot zijn. Afgelopen tien jaar steeg in heel Nederland het aantal snackbars, ijssalons en donutzaken met zo’n dertig procent, waarbij deze stijging vooral te zien is in de arme wijken. De omstandigheden maken de mens. Als de omstandigheden waarin wij leven niet goed zijn, leidt dat tot schade, waar we vervolgens gezamenlijk iets aan moeten doen. Keuzevrijheid klinkt mooi, maar veel mensen hebben helemaal geen keuze. Ongezonde voeding is vaak goedkoper dan gezonde voeding, kost vaak minder tijd als het gaat om het bereiden en het op tafel zetten en van nature zijn we gevoelig voor voedingsmiddelen die snel energie geven.
We moeten er echter voor waken dat we alleen maar pleisters gaan plakken. De aanpak van sociaal-economische gezondheidsverschillen vereist een integrale aanpak. Slechts het sluiten van de snackbars in deze wijken is een vorm van symptoombestrijding. Er zijn vele factoren die van invloed zijn op de gezondheid, zoals beter onderwijs, het hebben van werk, betere huisvesting, en een betere levensstijl. Voor zo’n integrale aanpak moet gekeken worden naar samenwerking tussen bijvoorbeeld sociale diensten, woningbouwverenigingen, wijkverpleegkundigen en artsen. Deze aanpak moet structureel zijn en kijken naar de eerdergenoemde factoren. We zien nu te vaak dat vooral hoogopgeleiden profiteren van preventieprojecten of dat succesvolle pilots die met zo’n integrale aanpak werken vroegtijdig worden afgebroken, omdat het geld slechts van tijdelijke aard was.
Wat willen jullie het Voedingscentrum nog meegeven?
Zoals wetenschapper Johan Mackenbach het jaren geleden al vaststelde in zijn boek 'Ongezonde verschillen': "Een samenleving die zo ingericht is dat degenen die toch al minder hebben van alles ook nog eens meer ziek zijn en korter leven, kan men niet gezond noemen."