Het Eetmaatje biedt gemiddelde porties, maar niet iedereen heeft een even grote portie nodig. Je hoeft niet precies de hoeveelheid tot het streepje te eten. De porties op het Eetmaatje vormen een indicatie. Je kunt op basis van je eigen ervaring met de beker de perfecte hoeveelheid voor jezelf vaststellen. Dan is de hoeveel bijvoorbeeld net boven of onder de streep.
De portiemaat ‘1 persoon’ komt overeen met de aanbevelingen van het Voedingscentrum voor 4 opscheplepels gekookte pasta en rijst. Tijdens het koken worden pasta en rijst groter, omdat ze kokend water opnemen. Voor 200 gram gekookte pasta heb je 100 gram ongekookte pasta nodig. Voor 200 gram bereide rijst heb je 75 gram ongekookte rijst nodig.
De hoeveelheid 4 opscheplepels (200 gram) gekookte pasta of rijst is de ondergrens van de aanbeveling voor de gemiddelde eter van 4 tot 5 opscheplepels (200 tot 250 gram). Deze aanbeveling houden we aan voor de groepen vrouwen en mannen (19-50 jaar), jongens (9-13 jaar) en meiden (9-18). Oudere mannen hebben ook ongeveer 4 opscheplepels nodig. Oudere vrouwen wat minder (3 tot 4 lepels) en jongens (14-18 jaar) wat meer: 6 opscheplepels.
Personen met een heel actieve leefstijl, zoals mensen met een lichamelijk actief beroep, of mensen die veel sporten en bewegen, hebben meer nodig dan gemiddeld.
sluiten