Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek

Is dieetvoeding nodig bij ondervoeding?

Bij ondervoeding is het belangrijk dat de patiënt voldoende eiwit en energie binnenkrijgt en genoeg beweegt. Dieetvoeding wordt pas gebruikt als gewone voeding niet werkt. Lees hier meer over de voedings- en beweegbehandeling bij ondervoeding.

Voedings- en beweegbehandeling bij ondervoeding

Ondervoeding komt vooral voor bij zieken, ouderen en mensen met een ongezond leefpatroon. Behandeling van ondervoeding vindt plaats in een multidisciplinair team. De diëtist optimaliseert de voeding en houdt rekening met de inname, behoefte, voorkeuren en gewoonten van de patiënt.

De voedings- en beweegbehandeling bij ondervoeding richt zich op:

  • de inname van voldoende eiwit, calorieën, vitamines en mineralen
  • voldoende beweging
  • het verhelpen van aan voeding gerelateerde klachten

Doel van de behandeling is: zorgen dat de patiënt weer de hoeveelheid energie en eiwit inneemt die past bij zijn behoefte.

Dieetvoeding

Als met gewone voeding de behandeldoelen niet kunnen worden gehaald, is gebruik van dieetvoeding nodig. Voorbeelden van dieetvoeding voor medisch gebruik zijn: eiwitpoeder, drinkvoeding, sondevoeding en parenterale voeding.

Welke dieetvoeding wordt ingezet en hoeveel, kan worden afgestemd op de patiënt. Het Kenniscentrum Ondervoeding heeft een multidisciplinaire richtlijn ondervoeding opgesteld. Zij hanteren de volgende uitgangspunten voor de inzet van dieetvoeding:

Bij een inname van:  Behandelplan:  Evaluatie binnen:
75-100% van de vastgestelde behoefte Eiwit- en energierijke voeding in de vorm van verrijkte hoofdmaaltijden, tussentijdse verstrekkingen en eventueel drinkvoeding 7-10 dagen
50-75% van de vastgestelde behoefte Drink- en/of sondevoeding naast eiwit- en energierijke voeding 7-10 dagen
Minder dan 50% van de behoefte en geen kans op snelle verbetering van de inname Volledige sondevoeding, aangevuld met wat via de mond mogelijk is  2-4 dagen

Evaluatie en monitoring

Na de evaluatie blijft monitoren noodzakelijk. Als de patiënt langer dan 7 dagen niet voldoende kan worden gevoed via het maag-darm kanaal en/of sondevoeding, moet er worden overgeschakeld op totale parenterale voeding (TPV).

Lees meer op de site van het Kenniscentrum Ondervoeding.