Hoe ouder je wordt, hoe minder energie je lichaam verbruikt. Bijvoorbeeld omdat je toch wat minder gaat bewegen of omdat je spieren in omvang afnemen (en spieren verbruiken veel energie). Als je over langere tijd net zoveel energie uit eten en drinken binnenkrijgt als je verbruikt, dan kom je niet aan. Dat noem je de energiebalans. Het is dus belangrijk om bij het ouder worden in balans te blijven.
Weegschaal
Hoeveel calorieën je nodig hebt, is lastig aan te geven. Dit hangt onder andere af van hoe lang je bent en hoe actief je bent. We kunnen wel aangeven wat iemand gemiddeld nodig heeft.
Af en toe op de weegschaal staan helpt je om je energiebalans in de gaten te houden. Kom je in de loop van de tijd aan, dan weet je dat je minder moet eten.
Val je juist af, terwijl je dat niet wilt, of ben je te licht, kijk dan bij onze adviezen voor ondergewicht.
Hoeveel kun je eten?
Hoe ziet jouw Schijf van Vijf eruit? Vul je geslacht en leeftijd in en ontdek hoeveel jij kunt eten. Met 10 voorbeelden van dagmenu's zie je hoe je elke dag weer wat anders op tafel tovert.
Ben je boven de 50, dan krijg je een iets anders advies. Wat is er anders?
- Kleiner handje noten: van 25 gram ongezouten noten per dag naar 15 gram per dag (voor mannen geldt dit pas na de 70).
- Boterhammen en graanproducten: we geven voor het aantal boterhammen en opscheplepels graanproducten (zoals pasta en rijst) en aardappels een range aan. De onderkant van de range is nu lager. Merk je dat je aankomt, neem dan een boterham en een opscheplepel minder dan je gewend was.
- Meer melk- en melkproducten: van melk en melkproducten kun je juist ½ tot 1 portie meer nemen, bijvoorbeeld een glaasje melk extra.
Deze kleine veranderingen helpen om op hetzelfde gewicht te blijven en genoeg voedingsstoffen, zoals calcium, binnen te krijgen. Het is niet de bedoeling dat je van alles minder eet. Zo kun je groente en fruit nog steeds volop eten.
Praktische tips voor een gezond gewicht
Water, thee en koffie drinken
Vooral kiezen voor water en koffie en thee zonder suiker betekent snelle winst. In 1 glas sap of frisdrank zit al gauw 7 suikerklontjes. Het drinken van sap en frisdrank is gelinkt aan een grotere kans op diabetes type 2 en overgewicht. Bedenk dat ook in alcohol veel calorieën zit.
Minder snoepen
Gebak of koek bij de koffie, toastjes met Franse kaas tussendoor, chips of zoutjes bij de film, enzovoorts. Het levert veel op voor je gezondheid als je snoep en snacks vaker vervangt door bijvoorbeeld snackgroente, fruit en volkorenbrood. Begin bijvoorbeeld met het maken van 1 goed voornemen, zoals “als ik een film kijk, dan maak ik een groente- of fruitschoteltje”. Of “Als ik trek krijg tussendoor, dan neem ik een volkoren boterham”.
Kleine porties
Kies je wel iets dat niet in de Schijf van Vijf staat? Je kunt dan gaan voor kleinere porties of iets met minder calorieën. Denk aan een half plakje cake in plaats van een hele of een speculaasje in plaats van een stroopwafel.
Bewegen
Blijf of ga meer bewegen. Naast een goede energiebalans zijn er veel meer voordelen aan bewegen: je verkleint het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en depressieve symptomen. Veel bewegen hangt verder samen met een lagere kans op borst- en darmkanker en een lagere kans op vroegtijdig overlijden.
Als je ouder bent, verlaag je door te bewegen ook nog het risico op botbreuken en verbeter je je spierkracht en loopsnelheid. Ook is het aannemelijk dat veel bewegen als je ouder wordt, samengaat met een lagere kans op cognitieve achteruitgang, dementie en de ziekte van Alzheimer.
Hoeveel bewegen?
Het advies is om minimaal 2,5 uur per week matig of zwaar intensief te bewegen, verspreid over meerdere dagen. Denk bij matig intensief bewegen aan fietsen, stevig wandelen, zwemmen en tuinieren. Onder zwaar intensief bewegen verstaan we bijvoorbeeld wielrennen of hardlopen. Meer bewegen en intensiever bewegen, is nog beter.
Onderdeel van het advies is om minimaal 2 keer per week activiteiten te doen die je botten en spieren versterken, zoals traplopen, wandelen en krachtraining. De meeste sporten vallen hier ook onder.
Bepaalde oefeningen kunnen zorgen voor een betere balans, zoals op een been staan, tai chi of yoga. Vraag een sport- of fitnessinstructeur om advies of bekijk deze instructievideo voor oefeningen.
Voorkom stilzitten
Tot slot geldt voor iedereen: voorkom te veel stilzitten. Ben je niet zo mobiel omdat je bijvoorbeeld ziek bent, pijn hebt of een operatie hebt gehad? Probeer hoe dan ook niet te veel stil te zitten. Een korte wandeling door je huis, een keer de trap op en af, of een rondje door de buurt helpt al.
Handvatten voor een eerste stap
Wil je gezonder gaan eten? Je hoeft niet in een keer alles perfect te doen. Kies een paar kleine, maar uitdagende stappen die bij jou passen, bijvoorbeeld minder snoepen. Of water in plaats van frisdrank drinken. Houd je dat makkelijk vol? Voeg dan nieuwe stappen toe. Naast de praktische tips hebben we een paar handige hulpmiddelen op onze site. Wat wil jij gaan doen?
Vraag en antwoord
Hoe begin ik met bewegen of sporten?
Om voldoende te bewegen voor
je gezondheid, hoef je niet helemaal buiten adem te raken. Een activiteit telt
mee als bewegen als je wel iets sneller gaat ademhalen en voelt dat je hart
iets sneller gaat kloppen. Bijvoorbeeld als je stevig aan het wandelen of (hand)fietsen bent.
Bouw het beginnen met sporten of bewegen
altijd rustig op. Word je duizelig of krijg je het benauwd? Doe het dan wat
rustiger aan. Krijg je telkens weer klachten, neem dan contact op met je
huisarts en zoek samen een activiteit die goed bij je past.
Volgens de Beweegrichtlijnen die in 2017
zijn opgesteld, is het advies om als volwassene
minstens 150 minuten per week aan matige of zwaar intensieve inspanning te
doen. Ook voor mensen met een beperking bij wie bewegen minder goed lukt, zijn er adviezen. Lees hoe je aan de beweegrichtlijnen kunt voldoen.
Met deze 7 tips gaat bewegen bijna vanzelf:
1. Kies een activiteit die je leuk vindt
Tegenwoordig kun je allerlei verschillende soorten sport beoefenen. Voor
mensen die niet van sporten houden kunnen andere bezigheden zorgen voor
voldoende lichaamsbeweging. Bijvoorbeeld een volkstuin of landgoed helpen onderhouden, honden
uitlaten, rondleidingen geven, dansen, wandelen, fietsen, handfietsen, zwemmen, een
wandelmaatje voor iemand zijn, activiteitenbegeleider bij de scouting,
meehelpen op een biologische boerderij: alles waarmee je flink in beweging
komt telt.
Idee: doe de sportkeuzetest en kom er binnen een paar minuten achter welke sport bij jou past. Heb jij een beperking of aandoening die sporten uitdagender maakt? Kijk eens op unieksporten.nl.
2. Wissel af
Je hoeft niet altijd hetzelfde te doen. Ga de ene dag fietsen, de andere
dag zwemmen, en dan weer eens wandelen of dansen.
3. Verwerk het in je routine
Toch zijn er wel voordelen als je elke dag hetzelfde doet. Als je altijd de trap neemt, een halte eerder uitstapt of met de (hand)fiets of rolstoel naar de supermarkt gaat, hoef je hier niet meer over na te denken. Je
hoeft die beslissing niet telkens opnieuw te maken en daardoor beweeg je zonder dat je erover nadenkt.
4. Beweeg regelmatig even
Op je werk of tijdens het televisiekijken zitten we soms lange tijd achter
elkaar stil. Doe regelmatig een oefening, kom achter het scherm vandaan, haal een kop thee, ga langs bij een
collega of maak een ommetje. Vergeet je in beweging te komen? Zet dan een alarm
op je telefoon of computer om je te herinneren.
5. Zoek een maatje
Een ‘partner in crime’ is vaak een goede stok achter de deur en maakt bewegen leuker en makkelijker vol te houden. Beweeg samen met een vriend(in) of zoek bijvoorbeeld naar een activiteiten- of sportcentrum in de buurt. Er zijn ook sites om een maatje te zoeken.
6. Maak een plan
Je zit vol goede plannen, maar
aan het einde van de week is er eigenlijk niks veranderd. Plan daarom beweging
in. Zet in je agenda wanneer je wat gaat doen.
7. Doe het rustig aan
Ga niet te hard van start. Begin liever met 10 minuten en breid het als het goed
gaat elke week met 5 minuten uit. Je houdt het dan makkelijker vol en voorkomt blessures. Bedenk dat alle begin moeilijk is, maar
naarmate je vaker beweegt wordt je conditie beter en gaat het je makkelijker
af.
Meer lezen?
Bekijk ook de pagina
Beginnen met bewegen? Maak een beweegplan! Van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
sluiten
Hoe maak ik een goed voornemen?
Misschien wil je minder, gezonder of duurzamer gaan eten. Met kleine stappen en concrete plannen kom je elke dag dichter bij je doel.
Een voornemen volhouden is niet alleen een kwestie van wilskracht. Motivatie is een belangrijke voorwaarde om je voornemen te laten slagen. Je bent waarschijnlijk het meest gemotiveerd als je een voornemen kiest dat echt bij jou past. Een realistisch en goed gekozen voornemen maakt de kans op slagen veel groter. Zorg dus dat je een kleine stap verzint die je ook echt kan volhouden. En het geeft je een 'boost' als je het behaald hebt. Dat geeft weer vertrouwen dat je het kunt en een volgende stap kunt nemen.
Nieuwe gewoonte maken
Wil je gezonder gaan eten? Het helpt om deze 3 stappen te zetten:
Concrete plannen maken (wat wil je gaan doen?)
Zorg dat je je voornemen zo concreet mogelijk maakt. Zo is ‘gezonder eten’ nog vrij vaag. Bijvoorbeeld dagelijks 2 stuks fruit eten is een concreet doel.
Een doel stellen dat belangrijk is voor jóu (waarom wil je dit doen?)
Als je iets zelf wilt, werkt dat beter dan wanneer je er een beloning voor krijgt van anderen. Hoe belangrijker het doel voor jezelf is, hoe groter de kans op slagen. Je kunt bijvoorbeeld meer fruit willen eten om een goed voorbeeld te zijn voor je kind.
Als-dan-plannen om te slagen (hoe ga je dit aanpakken?)
Om je goede voornemen te laten slagen, kun je gebruik maken van een als-dan-plan; één van de meest effectieve manieren om je gedrag aan te passen. We noemen dit ook wel 'implementatie intenties'.
Zo’n plan maken gaat als volgt. Bedenk: ‘Als situatie X zich voordoet, dan doe ik Y.’ Bijvoorbeeld: ‘Als ik om 10.00 uur pauze heb op mijn werk, dan eet ik een stuk fruit’.
Meer voorbeelden van als-dan-plannen:
- Elke week vis eten: ‘Als ik op zaterdag op de markt ben, dan haal ik een vis voor de avondmaaltijd.’
- Verantwoord snacken: ‘Als ik tv kijk en ik heb zin in iets lekkers, dan neem ik een handje ongezouten noten’.
- Minder eten verspillen: ‘Als ik boodschappen ga doen, dan kijk ik eerst wat ik nog in huis heb’.
Ongezonde gewoonte veranderen: stel de vraag ‘waarom’
Je kunt natuurlijk ook een slechte gewoonte willen veranderen, bijvoorbeeld minder koekjes of chips eten. Stel jezelf dan de vraag: Waarom heb ik deze gewoonte? Bekijk goed wat ervoor zorgt dat je telkens maar weer naar deze snacks grijpt. Kijk wat de belangrijkste aanleiding is. Doe je dat bijvoorbeeld steeds omdat je zin hebt in iets lekkers, of omdat je je rot voelt of verveelt?
Bedenk daarnaast ook met wie je waar bent als je de slechte gewoonte uitvoert. Steekt je ongezonde gewoonte bijvoorbeeld altijd de kop op wanneer je met vrienden bent of juist wanneer je alleen bent? En is dit bijvoorbeeld tijdens het werk, of juist als je ’s avonds tv kijkt? Hoe scherper je de belangrijkste aanleiding en de 'wie', 'wat', 'waar' van jouw slechte gewoonte in beeld hebt, hoe beter je een nieuw voornemen kunt maken.
Als-dan-plan om je ongezonde gewoonte te veranderen
Ook hier kunnen als-dan-plannen je helpen. Schrijf bijvoorbeeld het volgende op een briefje:
'Als…, dan…'
Vul jouw belangrijkste aanleiding in bij 'Als'. Dit kun je zo nodig aanvullen met die 'wie', 'wat', 'waar' informatie. Schrijf achter 'Dan' wat je voortaan gaat doen in die situatie. Op deze manier kun je je voornemen om minder te snacken beschrijven.
Voorbeelden:
- 'Als ik zin heb in iets lekkers (aanleiding) als ik thuis kom van mijn werk (waar), dan neem ik een stuk fruit.’
- 'Als ik zin heb in een calorierijke snack (aanleiding) wanneer ik met vrienden (wie) ga lunchen (wat), dan neem ik een gezond alternatief, bijvoorbeeld een kleine salade.
'Ga uit van wat je wél wilt
Maak je voornemen concreet en actief. Dus niet: 'Als ik me rot voel, dan neem ik géén chocola'. Dan weet je namelijk nog niet wat je wél gaat doen. Omschrijf het dan zo: 'Als ik me rot voel, dan neem ik een stuk fruit.’
Het uitvoeren van je nieuwe plan
Tevreden met je nieuwe voornemen? Herhaal je voornemen een aantal keer hardop voor jezelf. En oefen het voornemen in je hoofd. Stel je de situatie voor waarin je jouw oplossing gaat uitvoeren. Waar ben je? En met wie? Door het zo letterlijk voor te stellen, is de kans groter dat je het in de praktijk ook gaat uitvoeren.
Bepaal daarnaast voor jezelf de kans dat je dit voornemen daadwerkelijk gaat uitvoeren. Denk je dat de kans klein is? Dan is je voornemen misschien niet concreet genoeg. Loop dan alle stappen nog eens door en herformuleer je plan.
Schrijf je voornemen vervolgens op en zorg dat je het elke dag even ziet. Zet de tekst als bureaublad op je computer of plak een briefje op je koelkast, kalender of spiegel. Zo denk je er elke dag even aan. Hou je je plan al een paar weken vol? En hoef je er nauwelijks moeite meer voor te doen? Dan ben je klaar voor een nieuw voornemen!
sluiten