Als je de basisvaardigheden kent, kun je zelf kijken wat werkt voor jouw kind en voor jou. Kinderpsycholoog Tischa Neve geeft in dit filmpje een paar tips voor het praten met je puber. Lees ook de 8 tips die onder het filmpje staan. Kijk daarna hoe je
afspraken maakt met je kind en hoe je kind met
voedselverleidingen om kan gaan.
Tips voor het praten met je tiener
Tip 1: Luister
Er is een grotere kans dat jouw boodschap overkomt en dat je kind naar je luistert, als je eerst zelf naar je kind luistert. Bijvoorbeeld: vraag je puber eerst wat de reden is dat hij zijn brood weggooit op school, voordat je boos wordt. Geef je kind de ruimte, zonder optrekkende wenkbrauwen of andere lichaamstaal waarmee je duidelijk je afkeuring laat merken. Je zult zien dat er vaak best een goede reden is voor zijn gedrag. Van daaruit kun je samen kijken naar oplossingen.
Tip 2: Verwoord en erken de emotie
Achter elke emotie en gedrag zit een reden. Dat kan een wens zijn, een onderliggend gevoel of een behoefte. Stap daar niet zomaar overheen. Maar haal het scherpe randje van de emotie af. Dat doe je door de emotie onder woorden te brengen en begrip te tonen. Het gevoel is het probleem namelijk niet, dat mag er altijd zijn. Alleen niet elk gedrag waarmee gevoelens geuit worden is acceptabel. Daar kun je eventueel op corrigeren. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je kind zijn brood weggooit, omdat hij zich voor aap voelt staan bij zijn vrienden die geen broodtrommel meenemen. Zeg dan bijvoorbeeld ‘ik begrijp dat dit een probleem voor je is, laten we samen kijken hoe we het op kunnen lossen’.
Tip 3: Geef niet altijd gelijk je mening
Pubers doen veel dingen waar wij van alles van vinden. Een grote valkuil is dat wij onze mening daarover veelvuldig op ze loslaten. In de hoop dat we ze overtuigen of op betere ideeën brengen. En dat werkt helaas meestal juist averechts. Als je niet gelijk je ongezouten mening geeft en niet gelijk zegt wat je kind moet doen, dan vertellen en delen ze meer. Zo laat je ze er zelf over nadenken. Bovendien geeft het veel sneller een ingang tot een goed gesprek. Zeg bijvoorbeeld dus niet ‘ik vind het belachelijk dat je brood weggooit op school’, maar vraag wat hij er zelf van dat gedrag vindt.
Tip 4: Zorg voor een positieve draai
Simpel en doeltreffend: alles wat je met een ‘niet’ zegt kun je vervangen door een positievere variant met wat je wél wilt. En ook als je met iets kunt dreigen, kun je er een positieve draai aan geven. Je hebt dan meer kans dat je kind gewoon ‘oké’ zegt.
Een paar voorbeelden:
- In plaats van ‘Als je steeds liegt, dan geloof ik je nooit meer’ kun je ook zeggen ‘Als je eerlijk zegt wat er speelt dan kunnen we zoeken naar een oplossing’.
- In plaats van ‘als je niet zegt wat je mee wil naar school, dan kan ik het ook niet weten...’ kun je ook zeggen ‘Als je me vertelt wat je graag mee wil voor lunch dan maak ik het vandaag voor je klaar’