Omschrijving
Antibiotica zijn geneesmiddelen die voor zowel mensen als dieren worden gebruikt. Antibiotica bestrijden bacteriën. Er zijn verschillende soorten antibiotica die op verschillende manieren werken. Ze remmen de groei van bacteriën of doden bacteriën door hun celwand te beschadigen.
Fleming ontdekte als eerste dat bacteriën niet konden groeien in de buurt van een bepaalde schimmel, doordat een stof werd uitgescheiden. Hij noemde dit penicilline. In de 2e Wereldoorlog kwam dit antibioticum op de markt en kon het door artsen worden ingezet tegen infecties. Penicilline is sindsdien door vele andere antibiotica gevolgd. Sommige zijn afkomstig uit natuurlijke bronnen zoals schimmels, andere worden in het laboratorium gemaakt.
Nieuwe antibiotica waren en zijn nog steeds nodig om al die verschillende infecties te bestrijden. Sommige antibiotica zijn effectief tegen veel soorten bacteriën, andere zijn specifiek voor bepaalde groepen van bacteriën.
Gebruik in de dierhouderij
Antibiotica worden ook in de dierhouderij gebruikt om infecties te bestrijden. Bijvoorbeeld wanneer een koe uierontsteking krijgt. Of in een stal met veel dieren worden antibiotica ingezet om het verder verspreiden van de ziekte te stoppen als er een paar beesten ziek zijn. De hele stal krijgt dan het betreffende antibioticum.
Vroeger mochten kleine hoeveelheden antibiotica door het voer van de dieren vermengd worden om de groei te bevorderen. Deze zogenaamde groeibevorderaars zijn nu in Nederland verboden. In Nederland mag antibiotica alleen worden gebruikt om ziekten te bestrijden.
Het gebruik van antibiotica was in Nederland in de dierhouderij vergeleken met andere landen hoog. Hier is de laatste jaren meer aandacht voor. Het gebruik van antibiotica in de dierhouderij is daardoor flink afgenomen en het streven is om dit nog verder terug te dringen.
Gezondheidseffecten
In vlees, vis, melk en eieren van dieren behandeld met antibiotica zijn er praktisch geen resten te vinden. Dit komt door strenge wetgeving (zie hieronder bij veiligheid). Een teveel aan antibiotica kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Omdat in ons eten vrijwel geen antibiotica zit, hoef je niet bang te zijn dat je ziek wordt van resten antibiotica in je eten.
Resistentie
Het gebruik van veel antibiotica bij dieren brengt ook een ander probleem met zich mee, namelijk resistente bacteriën. Dit zijn bacteriën die zich zo hebben aangepast dat ze niet dood gaan van antibiotica. Je kunt deze bacteriën binnen krijgen door bijvoorbeeld het eten van rauw vlees. Voor gezonde mensen is dit vaak geen probleem, maar wanneer je ziek wordt van deze bacteriën, helpen de meeste antibiotica niet meer om de bacterie te bestrijden. Lees meer over antibioticaresistentie.
Allergie
In zeldzame gevallen kunnen kleine resten antibiotica allergische reacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Dit komt maar zo zelden voor, dat mensen die allergisch zijn voor bepaalde soorten antibiotica geen dierlijke producten hoeven te mijden.
Veiligheid
Er zijn wettelijke limieten gesteld aan de hoeveelheid antibiotica die in levensmiddelen mag voorkomen. Bovendien geldt er een wachttijd: wanneer antibiotica zijn gebruikt mogen dieren of producten van de behandelde dieren in die tijd niet geslacht of gegeten worden. Na deze wachttijd zijn er praktisch geen resten antibiotica meer te vinden in vlees, vis, eieren of melk.
Controle
Vlees, vis, eieren en melk worden steekproefsgewijs gecontroleerd op de maximaal toegelaten hoeveelheid resten van antibiotica. In Nederland wordt dit zogenoemde Nationaal Plan Residuen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uitgevoerd. In Nederland komen nauwelijks overschrijdingen voor.
Duurzaamheidsaspecten
Dieren uit de biologische sector krijgen over het algemeen minder vaak antibiotica. De leefomstandigheden van het dier zijn er op gericht om de natuurlijke weerstand zoveel mogelijk te bevorderen.
Producten uit de biologische sector zijn te herkennen aan het
EKO-keurmerk.