Omschrijving
De vossenlintworm,
Echinococcus multilocularis, is een ziekmakende kleine lintworm en behoort
tot de parasieten.
De vossenlintworm komt voor bij vossen in
Midden- en Zuid-Europa. In Nederland komt deze lintworm alleen voor bij een
deel van de vossen in Zuid-Limburg en Oost-Groningen.
De vossenlintworm leeft in de darmen van
de besmette vos. Ook in het wild levende knaagdieren (muizen, ratten) kunnen
vossenlintwormen hebben. Soms raken honden en katten ook besmet met deze
parasiet. Bij mensen komt de vossenlintworm zelden voor.
De vossenlintworm verspreidt zich via de
ontlasting. In de darmen van besmette vossen zitten stukjes lintworm met
eitjes. De eitjes van de parasiet kunnen via de ontlasting van de vos worden
overgebracht op bosvruchten (bramen, frambozen en bosbessen), wilde paddenstoelen,
valfruit (zoals appels en peren) of groenten uit de moestuin.
Gezondheidseffecten
De kans op besmetting met vossenlintworm is erg klein,
maar de gevolgen zijn zeer ernstig. Bij mensen die de parasiet wel
binnenkrijgen, kan na 5 tot 15 jaar alveolaire echinococcose ontstaan. Dat is een
aantasting van de lever.
De verschijnselen zijn buikpijn, kortademigheid of geelzucht. Deze verschijnselen
openbaren zich vaak pas jaren later. Behandeling is mogelijk
door langdurig gebruik van medicijnen, eventueel in combinatie met een operatie.
Veiligheid
In Zuid-Limburg en Oost-Groningen kunnen wilde bosvruchten,
paddenstoelen, gevallen of op de grond gekweekt fruit en groenten besmet zijn.
Dat kan een risico voor de mens zijn. Als je namelijk besmet fruit of besmette groente
eet, kan de parasiet in je lichaam komen. Dat kan ook gebeuren tijdens
tuinieren bij contact met besmette grond of door met de blote hand uitwerpselen
of kadavers van vossen aan te raken. Gebruik tijdens het tuinieren daarom
altijd handschoenen en blijf uit de buurt van vossenholen.
Ook honden en katten in deze regio kunnen drager zijn
van de vossenlintworm. Was daarom altijd je handen nadat je (huis)dieren hebt
aangeraakt.
Voedingsadvies
Voor Zuid-Limburg en Oost-Groningen geldt: zelf geplukte bosvruchten (bramen, frambozen en bosbessen), wilde paddenstoelen, valfruit (zoals appels en peren) of groenten uit de moestuin grondig wassen en koken voor
consumptie. Het koken van de vruchten, bijvoorbeeld bij de bereiding van jam,
doodt de eitjes. Er is dan geen kans meer op besmetting.
Meer informatie
Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu:
www.rivm.nl
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:
www.nvwa.nl