Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
Apps en tools

Ondervoeding

Ondervoeding ontstaat als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven. Dit kan komen doordat iemand te weinig eet, een verminderde opname heeft of extra energie en voedingsstoffen nodig heeft. Het probleem speelt vooral bij mensen die ziek zijn en ouderen. 

Bij het signaleren van ondervoeding moet de huisarts worden ingeschakeld. Familieleden of verzorgers zien het gezondheidsprobleem over het algemeen eerder dan de patiënt zelf. 

Wat is ondervoeding?

Bij ondervoeding heeft iemand een tekort aan energie of voedingsstoffen. Dat leidt vervolgens tot een lager gewicht en het slechter functioneren van het lichaam. Dit komt vooral door de afname van de spiermassa en een tekort aan eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen.

Het is belangrijk om ondervoeding te voorkomen en ongewenst gewichtsverlies vroeg te signaleren. Het is van groot belang om bij het vermoeden van ondervoeding direct de huisarts in te schakelen. Dat gebeurt vaker door familie, kennissen of verzorgenden (mantelzorgers), dan door de patiënt zelf. De huisarts kan de ernst van de situatie inschatten en afhankelijk van de oorzaak doorverwijzen naar bijvoorbeeld een diëtist, tandarts, fysiotherapeut of ergotherapeut.

Hoe ontstaat ondervoeding?

Ondervoeding wordt veroorzaakt door een te lage inname, een verminderde opname en/of een verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen.

Er zijn veel factoren die kunnen leiden tot ondervoeding, zoals:

  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering
  • Chronische diarree
  • Immobiliteit
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet, waardoor iemand geen zin meer heeft in eten. Een gevolg is het overslaan van maaltijden of kleinere porties nemen.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid, armoede, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
  • Vergeten te eten
  • Verslaving

Bij ziekte is het belangrijk alert te zijn op ondervoeding. Denk aan ziektes als kanker, dementie, COPD, ziekte van Parkinson, hart- en vaatziekten en infecties. Bij ziekte kan de inname van voeding lager zijn. Ook kan de behoefte aan voedingsstoffen hoger zijn, waardoor normale voeding niet meer voldoende is. 

Ook ouderen hebben een groter risico op ondervoeding, omdat ze vaker ziek zijn en minder bewegen. Bovendien hebben ouderen minder energie nodig dan toen ze jonger waren, waardoor het moeilijker kan zijn alle voedingstoffen met de voeding binnen te krijgen.

Hoe herken je ondervoeding?

Met de BMI-meter kun je nagaan of je ondergewicht hebt. Ondergewicht is een van de kenmerken die wordt gebruikt om ondervoeding vast te stellen. Ook als je zonder dat je het wilt snel afvalt, kun je ondervoeding hebben. Onder snel verstaan we 5% of meer onbedoeld gewichtsverlies in de afgelopen 6 maanden of 10% of meer onbedoeld gewichtsverlies in een periode langer dan de afgelopen 6 maanden.

Weet je op basis van de weegschaal niet precies hoe veel je bent afgevallen? Je kunt het snel verliezen van gewicht ook merken aan kleding die losser zit, een riem die een gaatje strakker dicht moet of een sieraad of horlogebandje dat losser zit. Ook als je niet heel slank bent kun je dus ondervoed zijn.

Een ander signaal is dat je de neiging hebt om maaltijden over te slaan of kleinere porties te nemen, omdat je bijvoorbeeld geen trek hebt of eten meer beschouwd als noodzakelijk kwaad. Verder kun je merken dat je vermoeid bent, een slechtere conditie hebt en dagelijkse activiteiten meer moeite kosten. Door ziekte of ontsteking kan het zijn dat je meer eten nodig hebt dan normaal of het niet lukt om voldoende te eten. Vermoed je ondervoeding of dat je er kans op hebt? Meld het bij je huisarts. Trek ook aan de bel als je ondervoeding denkt te herkennen bij iemand anders.

Ook personen met een gezond gewicht of overgewicht ondervoed kunnen zijn. Bij acuut verlies van voedingsstoffen door braken of diarree de voedingstoestand snel verslechteren, vooral als er ook een toegenomen energiebehoefte is door ziekte of koorts.

Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Gewichtsverlies gaat samen met verlies aan spiermassa. Daardoor is er meer risico op vallen, botbreuken en sterfte. Ondervoeding heeft een grote invloed op de gezondheid. De gevolgen zijn onder andere:

  • Langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • Meer en ernstigere complicaties na een operatie
  • Vertraagde wondgenezing
  • Verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • Verminderde werking van het afweersysteem
  • Verminderde spiermassa
  • Verminderde hart- en longcapaciteit
  • Lagere kwaliteit van leven
  • Verhoogde kans op overlijden

De eerste stap is vaststellen of iemand een verhoogde kans heeft op ondervoeding. Dit wordt met een screeningsinstrument vastgesteld. In Nederland wordt voor screening bijvoorbeeld de SNAQ of MUST gebruikt. Deze instrumenten gaan na of er sprake is van onbedoeld gewichtsverlies, ondergewicht en verminderde eetlust.    

Als iemand op basis van de screening een verhoogd risico op ondervoeding heeft, wordt vastgesteld of iemand ondervoed is. Hiervoor is in 2019 een consensus opgesteld. Iemand is ondervoed als diegene minimaal voldoet aan de criteria van een van onderstaande kenmerken en oorzaken.

Een of meer van deze kenmerken moet aanwezig zijn:

  • Onbedoeld gewichtsverlies: 5% of meer onbedoeld gewichtsverlies in de afgelopen 6 maanden of 10% of meer onbedoeld gewichtsverlies in een periode van langer dan de afgelopen 6 maanden.
  • Laag BMI*
  • Verminderde spiermassa

Daarnaast moet een of meer van deze oorzaken aanwezig zijn: 

  • Tekort aan voedingsstoffen: 1 week meer dan 50% minder gegeten hebben dan de energiebehoefte of meer dan 2 weken verminderde inname of opname, of een chronische maagdarmaandoening die inname of opname negatief beïnvloedt.
  • Ziekte of inflammatie (ontsteking): acute ziekte of trauma of chronische aan ziekte gerelateerde inflammatie.

Als iemand op basis van bovenstaande criteria ondervoed is, wordt vervolgens de ernst van de ondervoeding vastgesteld.

* Een laag gewicht is vast te stellen met de Body Mass Index (BMI). Voor volwassenen tot 70 jaar geldt bij deze criteria dat ze een laag gewicht hebben met een BMI van minder dan 20 kg/m2. Ouderen (70+) hebben een laag gewicht bij een BMI van minder dan 22 kg/m2. Voor Aziatische mensen is dit bij een BMI van 18,5 kg/m2 voor mensen jonger dan 70 jaar en 20 kg/m2 bij mensen van 70 jaar en ouder.

Voor kinderen gelden er andere afkapwaarden. De arts zal gebruik maken van groeicurves om ondervoeding bij een kind vast te stellen.

sluiten

Welke voedingsadviezen gelden bij ondervoeding?

Het is meestal niet zo gemakkelijk om zelf weer voldoende en gezond te gaan eten. Daarom is het advies om bij ondervoeding contact op te nemen met de huisarts. Samen kan een behandelplan worden gemaakt of worden doorverwezen naar een diëtist. Vanuit de zorgverzekering wordt bij ondervoeding voor een aantal uur een diëtist vergoed. Lees hoe het zit met vergoedingen voor voedings- en leefstijladvies.

In de dieetbehandeling ligt de nadruk op voldoende inname van eiwit en energie. Hierbij wordt aandacht besteed aan de wensen en eetlust, en de klachten die de inname bemoeilijken. Daarnaast is beweging een essentieel onderdeel van de behandeling om de spiermassa te behouden. Op de pagina Gezond aankomen staan adviezen voor mensen met ondervoeding. Deze pagina is een extra hulpmiddel, daarnaast is het inschakelen van een huisarts belangrijk.

Afhankelijk van de ernst van de ondervoeding kan met een arts en/of diëtist een keuze gemaakt worden voor energie- en eiwitverrijkte voeding, eventueel aangevuld met vitamine- en mineralensupplementen, extra drinkvoeding of volledige drink- of sondevoeding.