Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Transvet

Transvet komt van nature voor in melk en vlees van herkauwers zoals koeien, geiten en schapen. Het zit daardoor ook in producten als roomboter en kaas. Vroeger zat er ook veel transvet in harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en in gebak, koek en snacks, maar tegenwoordig is de hoeveelheid zeer laag.

Transvet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte van het bloed. LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten. Bovendien verlaagt transvet het HDL-cholesterol. Transvet verhoogt op deze manier het risico op hart- en vaatziekten. 

Door minder vlees en dierlijke vetten te eten, beperk je de inname van transvet. Dat kan door te kiezen voor plantaardige producten of halfvolle of magere zuivel. 

Wat zijn transvetten?

Transvetzuren zijn een type onverzadigde vetzuren. In de praktijk spreken we niet over transvetzuren, maar over transvet. Onverzadigd vet is over het algemeen goed voor de gezondheid, maar transvet niet.

Dat heeft te maken met de scheikundige structuur: de keten van een transvetzuur is inflexibeler, hierdoor kan het lichaam dit type vet moeilijker verwerken. 

Waar zitten transvetten in?

Transvetten komen van nature voor in melk en vlees van koeien, schapen en geiten. Dus transvetten zitten ook in melkproducten zoals roomboter en kaas. Vroeger zaten door het productieproces transvetten ook in harde margarines, frituurvetten en bak- en braadvetten, maar die zijn er door aanpassingen in het productieproces in Nederland nu vrijwel geheel uit.  

Wat is het harden van vet?

Transvetten ontstaan bij het industrieel gedeeltelijk harden van vetten. Bij het volledig harden van onverzadigd vet ontstaan geen transvetzuren. Het industrieel gedeeltelijk harden van vet is een bewerkingsproces van oliën en vetten om de houdbaarheid te vergroten en om de structuur steviger te maken. Daardoor kan het gebruikt worden voor de bereiding van harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en voor het maken van gebak, koek en snacks.

Wat is de grootste bron van transvet?

Vroeger konden harde margarines en bak- en braadvetten veel transvet bevatten. Het was de belangrijkste bron van transvet in voeding. Tegenwoordig zit er veel minder transvet in deze producten door aanpassing van de techniek en het gebruik van andere grondstoffen. Nu leveren dierlijke transvetzuren de grootste bijdrage aan de totale hoeveelheid transvetzuren in voeding.

35,5 % van de totale transvetzuren komt uit zuivel en 22% uit vlees. Halfvolle en magere melk bevatten geen transvet en staan in de Schijf van Vijf. 

Zijn transvetten ongezond?

Transvet is nog slechter voor de gezondheid dan verzadigd vet. Uit onderzoek blijkt dat zowel industrieel als dierlijk transvet ongunstig zijn voor de gezondheid.

Waarom zijn transvetten ongezond?

Transvet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte van het bloed. LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten. Bovendien verlaagt transvet het HDL-cholesterol. Transvet verhoogt op deze manier het risico op hart- en vaatziekten. Er is ook een direct verband gevonden tussen een hoger risico op hartziekten bij een hogere inname van transvet. 

De verhouding van het LDL- en HDL-cholesterol in het bloed is ook belangrijk. Lees meer bij cholesterol

Wat doet geconjugeerd linolzuur (CLA)? 

Het belangrijkste transvetzuur in zuivel en vleesproducten is vacceenzuur. Dit wordt in de maag van het dier gedeeltelijk omgezet in geconjugeerd linolzuur (CLA). 

Uit onderzoek bij proefdieren en laboratoriumonderzoek zijn er aanwijzingen gevonden voor mogelijk positieve effecten van CLA, zoals een lager risico op kanker, een betere weerstand, gewichtsverlies en een betere lichaamssamenstelling met minder vet en meer spier. Proefdieren sloegen minder vet op en verbrandden meer vet. 

De resultaten van onderzoek bij de mens zijn minder overtuigend. Er is geen effect gevonden op het lichaamsgewicht. Het blijkt wel dat ook CLA het LDL-cholesterol verhoogt. 

Zitten er verschillen in hoeveelheid geconjugeerd linolzuur (CLA)?

Koeien die buiten grazen geven melk met een wat hoger CLA-gehalte dan dieren die in de stal gras of ander voer krijgen. 

Wat is het voedingsadvies voor transvetten?

Omdat transvet niet goed is voor de gezondheid, is het aanbevolen transvet zoveel mogelijk te beperken. Dit kan door door minder vlees en dierlijke vetten te eten en te kiezen voor plantaardige producten of magere of halfvolle zuivelproducten. 

Hoeveel transvet mag ik maximaal binnenkrijgen?

De Gezondheidsraad raadt aan om te zorgen dat niet meer dan 1% van de calorieën (= 1 energieprocent) die je op een dag nodig hebt van transvet komt.

Voor een vrouw die 2.000 kilocalorieën per dag binnenkrijgt, komt dit neer op niet meer dan zo’n 2 gram transvet per dag. Voor een man die gemiddeld 2.500 kilocalorieën per dag eet, komt dit neer op maximaal zo’n 3 gram.

Krijgen we in Nederland te veel transvet binnen?

Eten bevat altijd wel wat transvet. Gemiddeld eten we in Nederland ongeveer 0,7 gram transvet per dag. Dat is dus minder dan de bovengrens van de Gezondheidsraad. De inname in Nederland voldoet dus aan de aanbeveling van de Gezondheidsraad. Dit komt mede doordat het gehalte aan transvetzuren in producten de afgelopen jaren aanzienlijk is verminderd.  

Hoe weet ik of er transvet in een product zit?

Het is moeilijk na te gaan of een product transvet bevat, want het staat niet op het etiket. Maar volgens de wetgeving mag in producten die je in winkel koopt niet meer dan 2 gram transvet per 100 gram zitten.

Het gebruik van gedeeltelijk geharde olie of vet staat wel altijd vermeld op de verpakking van producten. Er staat dan bij de ingrediënten ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’. Hieruit is niet af te leiden hoeveel transvet er in het product zit.

Meer advies

Bij vetten staan de adviezen voor alle typen vet bij elkaar.