Wat is viskweek?
De viskweeksector is in de afgelopen jaren enorm gegroeid. Vooral in China en Afrika zijn vissen uit kwekerijen een groeiende en belangrijke bron van proteïne. Maar ook in Nederland produceren en eten wij inmiddels veel kweekvis. Ongeveer de helft van de vis die wij eten is geteeld. De viskweek is belangrijk om de wereldwijde wilde visbestanden in stand te houden.
In Nederland worden soorten zoals paling, tilapia, meerval, forel of tong gekweekt. Ook het kweken van schaal- en schelpdieren, zeewier en algen valt onder de kweekvisindustrie.
Hoe wordt vis gekweekt?
Er zijn een aantal methoden bekend om vissen of schaal- en schelpdieren te kweken. De belangrijkste methoden leggen wij hieronder uit.
Kooien
Hierbij worden kooien aan de bodem van rivieren of zeeën verankerd. Ze hebben dus een directe verbinding met het omringende, natuurlijke water. Daardoor kunnen ziekten en parasieten makkelijk naar de wilde soorten overspringen. Ook chemicaliën, medicijnen en mest kan in het omringende water terecht komen. Vaak ontsnappen gekweekte vissen uit kooien in de natuur. De meeste zalm wordt gekweekt in kooien.
Vijverteelt
Bij de vijverteelt worden vissen en schaaldieren in vijvers gekweekt. Vijverteelt kan extensief of intensief gedaan worden. Bij de extensieve vijverteelt wordt geen extra voer toegevoegd en de vissen eten de natuurlijk voorkomende algen en zoöplankton. Daardoor kan veel vis worden geproduceerd voor weinig toegediend voer. Bij de intensieve vijverteelt worden extra beluchting, vissen en schaaldieren als voer toegevoegd. De productie is veel hoger dan in de extensieve teelt, maar hiervoor is meer energie nodig.
Recirculatiesystemen
Deze systemen hebben ingebouwde waterzuivelsystemen. Het schone water stroomt terug naar de visvijvers waardoor het waterverbruik laag wordt gehouden. Het zijn afgesloten systemen, waarin alle productiefactoren makkelijk te controleren zijn. Daardoor springen ziekten niet over naar wilde vissen en moet er geen gebruik worden gemaakt van geneesmiddelen en chemicaliën.
Doorstroomsystemen
In doorstroomsystemen stroomt het water van een hooggelegen punt naar de visbassins. Vanuit de visbassins stroomt het terug naar de natuur, meestal naar de rivier. Doorstroomsystemen kunnen systemen met of zonder afvalwaterzuivering zijn. Als het water ongezuiverd terug in de rivier komt, brengt dit negatieve effecten mee. Dit effect is minder dan bij het gebruik van kooien.
Mossel- en oesterkweek
Niet alleen vis wordt gekweekt, maar ook schelpdieren zoals mosselen en oesters. Voor de bodemkweek wordt mosselzaad of oesterbroed op onderwaterpercelen uitgezaaid, waar zij tot consumptiegrote uitgroeien. Het mosselzaad kan ingevangen worden met collectoren of wild van de zeebodem worden opgevist door sleepnetten. In Nederland wordt het oesterbroed ingevangen op speciale broedpercelen. Voor het oogsten worden speciale sleepnetten gebruikt.
Bij de hangcultuur worden jonge mosseltjes in lange netten in het water gehangen totdat ze tot consumptiemosselen zijn uitgegroeid. Hangcultuur heeft en hogere opbrengst per kilogram zaad dan bodemkweek.
Is vis duurzaam?
Kweekvisserij is afhankelijk van een aantal hulpbronnen en milieufactoren en heeft daardoor ook invloed op het milieu. Gemiddeld is de milieubelasting van gekweekte vis wat hoger dan de milieubelasting van wild gevangen vis. Het verschilt per soort en kweeksysteem. De Nederlandse schelpdierkweek heeft de kleinste milieubelasting ten opzichte van andere dierlijke eiwitbronnen. Gebruik de VISwijzer en let op het ASC-keurmerk om een duurzame keuze te maken. Hieronder leggen wij de belangrijkste duurzaamheidsaspecten uit.
Visvoer
Visvoer is het meest milieubelastende onderdeel van de aquacultuursector. Dit wordt onder ander veroorzaakt door de gebruikte eiwitbron. Viskweek kan ook overbevissing met zich meebrengen. Sommige vissoorten worden namelijk gevoerd met vismeel en visolie, gemaakt van wild gevangen vis. Dat geldt bijvoorbeeld voor zalm, snoek, baars, snoekbaars en paling. Daarbij gaat het om grote hoeveelheden. Een kwart van alle gevangen wilde vis wordt gevoerd aan kweekvis. Voor 1 kilo kweekzalm is rond de 2 kilo vis nodig. Daardoor worden voervissen zoals ansjovis en haring bedreigd.
Daar staat tegenover dat vismeel voor een groot deel bestaat uit vis die niet geschikt is voor de verkoop. Ook is het percentage vismeel in visvoer al sterk teruggebracht en wordt verdere reductie onderzocht. Verder krijgt kweekvis steeds vaker plantaardig voer, zoals algen en soja. Bij het gebruik van plantaardige eiwitbronnen als visvoer zijn het landgebruik, ontbossing en watervervuiling aandachtpunten.
Energiegebruik/klimaatbelasting
De broeikasgasuitstoot van de kweekvissector wordt voornamelijk bepaald door de visvoerproductie. Ook het zuiveren van water en het onderhoud van bepaalde kweeksystemen vraagt veel energie. Daarnaast is de manier van transport een belangrijke factor. Verse vis wordt meestal per vliegtuig vervoerd en zorgt voor de meeste broeikasgasuitstoot. Het gebruik van containerschepen is de meest efficiënte en broeikasgas-vriendelijke manier. Vaak is in de supermarkt niet te achterhalen hoe vis vervoerd werd.
Ontbossing
Een belangrijk aspect bij aquacultuur op land is mogelijke ontbossing en landgebruik door de garnalen uit Azië, Afrika en midden en Zuid-Amerika komen uit grote kweekvijvers. Hiervoor worden kwetsbare ecosystemen, zoals mangrovebossen, verwijderd. In Nederland speelt ontbossing voor de viskweek geen rol.
Mestproductie
Gesloten viskweek met recirculatiesystemen blijkt het milieu minder te belasten dan open kweeksystemen. In Nederlandse gesloten viskwekerijen gaat de mest onder andere naar de champignonteelt. Het water wordt gerecirculeerd na biologische zuivering. Open kweeksystemen staan in verbinden met de zee of met een rivier en hier is mest een probleem. In kuststreken kan mest zorgen voor overbemesting en vervuiling van het omliggende water. Het mestprobleem is wel kleiner dan in de vleessector.
Visziekten en antimicrobiële middelen
Om visziektes tegen te gaan, worden in de viskweek chemicaliën en antibiotica gebruikt. Naar schattingen zal het gebruik van antimicrobiële middelen in de viskweek tot 2030 wereldwijd met 33 percent toenemen ten opzichte van 2017. Dit kan leiden tot resistenties tegen bepaalde middelen. In open kweeksystemen kunnen visziekten door bijvoorbeeld het ontsnappen van zieke vissen op wilde vissen worden overgedragen. Ook kunnen gebruikte chemicaliën of antibiotica in kuststreken terechtkomen en voor vervuiling zorgen. In gesloten kweeksystemen zijn minder medicijnen en chemicaliën nodig, omdat de levensomgeving steeds gecontroleerd wordt.
Dierenwelzijn
De Wet dieren verbiedt “zonder redelijk doel bij een dier pijn of leed te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen”.
Dat vissen, zoals andere dieren, ook pijn, stress en angst kunnen voelen is inmiddels bekend en wetenschappelijk bewezen. Bij kweekvis is de huisvesting een aandachtspunt. Vis in de zee heeft alle ruimte om natuurlijk gedrag te vertonen. Bij kweekvis zijn geen duidelijke regels voor ruimte. Zo kunnen de bassins te vol zijn. Dat verhoogt de kans op ziekten en veroorzaakt stress. Zo vertonen zalm en forel vaak beschadigingen aan de vin als gevolg van agressief gedrag en chronische stress. Wat precies te vol is, is overigens nog onduidelijk.
De waterkwaliteit speelt een rol. Maar ook hierover is nog onvoldoende kennis. Verder kan snelle groei een probleem zijn, net als de gewoonte om vis te laten vasten voordat hij geslacht wordt. Dit gebeurt om de maag leeg te maken. Ook de dodingsmethode is een aandachtpunt. Vis bedwelmen kan bijvoorbeeld door het dier een klap op de kop te geven of door het een stroomstoot te geven, zodat het bewusteloos is. Het bedwelmen kan ook stressreacties geven of te lang duren. Ook kan de vis hierbij worden beschadigd. In de praktijk zijn er weinig bedrijven die vis bedwelmen. Wel is voor gekweekte meerval en paling in Nederland een diervriendelijke methode ontwikkeld met stroom.
Zalmkwekerijen werken soms met een automatische zalmenbedwelmer. Daarbij worden de zalmen met een hamer bewusteloos geslagen. Een andere methode is het gebruik van water met veel koolstofdioxide. Dit verdooft de vis na enige tijd. Ook kan water onder stroom worden gezet om de vissen te verdoven.
De standaarden voor het ASC-keurmerk stellen eisen voor waterkwaliteit, stressvermindering en leefruimte. Alle drie zijn gerelateerde kenmerken voor dierenwelzijn. Het keurmerk heeft geen welzijnseisen voor transport of slacht.
Hoe kun je kiezen voor duurzaam gekweekte vis en schaal- en schelpdieren?
Als je gekweekte vis of schaal- en schelpdieren wilt eten zijn er mogelijkheden om te kiezen voor een duurzame optie. Via de VISwijzer van GoodFish kun je zien welke soort op dit moment duurzaam is om te eten en welke niet. In de supermarkt kun je letten op Topkeurmerken op het etiket, bij kweekvis let je op het ASC-keurmerk. Er is ook biologisch gekweekte vis beschikbaar, die herken je aan het Europees biologisch keurmerk. De viskweek moet dan aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals voldoende ruimte voor de vissen en het gebruik van plaatselijk gekweekte soorten.