Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Cyanogene glycosiden (cyanide)

Cyanogene glycosiden zijn van nature aanwezige plantengifstoffen in onder andere vlierbessen, lijnzaad, pitten van steenvruchten, bittere amandelen en cassave. Deze plantenstoffen zijn ook te vinden in de pitten van steenvruchten zoals abrikozen, perziken, pruimen en kersen en in de pitten van peren en appels.

In het lichaam worden cyanogene glycosiden omgezet in cyanide (blauwzuur). Een grote inname van cyanogene glycosiden kan leiden tot gezondheidsproblemen door cyanidevergiftiging, zoals ademhalingsproblemen, hartstilstand en vergroting van de schildklier. In Nederland komt vergiftiging door cyanide bijna niet voor. 

Wat zijn cyanogene glycosiden (cyanide)?

Cyanogene glycosiden zijn plantengifstoffen. Voorbeelden zijn de stoffen amygdaline en linamarine. Dit zijn natuurlijke gifstoffen. In het lichaam worden cyanogene glycosiden omgezet in cyanide. Cyanide heet ook wel blauwzuur. Er kan ook blauwzuur ontstaan uit cyanogene glycosiden als producten worden vermalen. 

Waar zitten cyanogene glycosiden in?

Cyanogene glycosiden zitten in bijvoorbeeld vlierbessen, lijnzaad, bittere amandelen en exotische knolgewassen (zoals cassave). Deze plantengifstoffen zitten ook in de pitten van steenvruchten zoals abrikozen, perziken, pruimen, kersen en in de pitten van appels en peren.

Wat doet cyanide in je lichaam?

Een hoge dosis cyanide kan de ademhaling belemmeren en een hartstilstand veroorzaken. In Afrika veroorzaakt langdurig gebruik van voedingsmiddelen met cyanogene glycosiden soms krop en kreupelheid. Krop is een vergroting van de schildklier en ontstaat door het eten van veel cassave in combinatie met een te lage jodiuminname. Dit komt doordat cyanide uit cassave met jodium bindt. In Nederland en andere westerse landen komt vergiftiging door cyanide zeer zelden voor.

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft in 2016 berekend dat een volwassene bij het eten van een hele rauwe abrikozenpit al de veilige gezondheidslimiet kan overschrijden. Bij kinderen is deze limiet nog lager, dus lopen zij eerder risico er ziek van te worden. 

Wat is de wetgeving rondom cyanide in eten?

In Europese wetgeving is vastgesteld wat de maximale gehaltes cyanide mogen zijn in abrikozenpitten, amandelen, lijnzaad, cassave en tapioca (cassavemeel). Maar ook in ingeblikte steenvruchten en producten waarin amandelen verwerkt zijn, zoals marsepein, noga en sommige alcoholische dranken zijn maximale toegelaten gehalte aan cyanide vastgesteld.

Fabrikanten moeten ervoor zorgen dat de producten die ze verkopen aan deze wetgeving voldoet. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt hier toezicht op. 

Hoe voorkom ik een vergiftiging met cyanide?

Met de volgende adviezen beperk je de inname van cyanogene glycosiden zoveel mogelijk:

  • Eet geen abrikozenpitten. Dit is levensgevaarlijk. Ook pitten van andere steenvruchten, zoals perziken, pruimen, kersen en appels kun je beter niet eten. Lees meer over het advies bij abrikozenpitten en andere fruitpitten
  • Maak geen thee van plantendelen met cyanogene glycosiden, zoals perzikbladeren.
  • Schil cassave en rasp of snijd deze in kleine stukjes vóór het bakken.
  • Eet tamme vlierbessen in plaats van wilde, omdat daar minder cyanogene glycosiden in zitten.
  • Kook vlierbessen voor gebruik.
  • Mocht je lijnzaad gebruiken, dan is het advies om dagelijks niet meer dan 28 gram te eten. Dit komt overeen met 2 tot 3 eetlepels. Voor kinderen tot 20 kilo geldt een maximum van 8 gram per dag. Lees meer over dit lijnzaadadvies
  • Eet zoete amandelen in plaats van bittere soorten. De amandelen die in de winkel of op de markt te koop zijn, zijn zoete amandelen en vormen geen probleem. In marsepein worden zo weinig bittere amandelen gebruikt dat het gehalte cyanogene glycosiden laag is.