Omschrijving
Koemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie bij baby’s. Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar een koemelkallergie krijgt, wordt op 2 tot 3% geschat. Bij het vermoeden van een allergie voor koemelk is het belangrijk het consultatiebureau te raadplegen. Zij kunnen bekijken
welke hulp nodig is en welke stappen gezet kunnen worden en door wie.
Erfelijk
Kinderen met een erfelijke aanleg voor allergie hebben een grotere kans op het ontwikkelen van koemelkallergie dan andere kinderen. Het gaat hierbij om kinderen met minstens één ouder of broertje of zusje met een aangetoonde allergische aandoening, zoals hooikoorts, astma of eczeem.
Verloop van een koemelkallergie
Koemelkallergie wordt meestal vastgesteld in het eerste levensjaar. Vaak verdwijnen de klachten als de kinderen ouder worden: iets meer dan de helft van de kinderen met een koemelkallergie verdragen koemelk weer rond de eerste verjaardag. De meeste andere kinderen volgen in de daaropvolgende 4 jaar.
Koemelkallergie bij oudere kinderen en volwassenen
Er zijn kinderen ouder dan 4 jaar en volwassenen met een koemelkallergie, maar dat komt heel erg weinig voor. De kans dat je als volwassene, dus op latere leeftijd, koemelkallergie ontwikkelt, is heel erg klein. Heb je (ineens) klachten na het drinken of eten van koemelkproducten? Dan geldt, net zoals bij jonge kinderen, het advies: ga naar de huisarts
Gezondheidseffecten
Koemelkallergie kan net als andere vormen van voedselallergie veel verschillende klachten veroorzaken.
De aard en de ernst van de klachten kunnen bij koemelkallergie erg verschillen. Meestal treden verschillende klachten tegelijkertijd op, maar soms kunnen ook afzonderlijke klachten optreden.
De klachten zijn onder te verdelen in 4 groepen:
- Huidklachten, zoals jeuk, eczeem en netelroos (ook wel galbulten genoemd).
- Maag- en darmklachten, zoals darmkrampen, overgeven en diarree.
- Luchtwegklachten, zoals astma en niesbuien in combinatie met helder neusvocht.
- Algemene verschijnselen, zoals groeiachterstand en in zeldzame gevallen anafylactische shock.
Bovenstaande klachten zijn geen volledige opsomming. Daarnaast kunnen de genoemde klachten ook een heel andere oorzaak hebben dan koemelkallergie.
Daarom is het belangrijk dat bij klachten in eerste
instantie contact opgenomen wordt met het consultatiebureau. Daar kan worden
bekeken welke hulp nodig is, en welke stappen gezet kunnen worden en door wie.
Voedingsadvies
Koemelkallergie en kunstvoeding
Met een bewezen koemelkallergie moeten koemelk en kunstvoeding op basis van koemelk vermeden worden. In dat geval kunnen baby’s wel hypoallergene kunstvoeding, op basis van sterk gehydrolyseerd (wei) eiwithydrolystaat verdragen. Dit staat dan op het etiket. Het consultatiebureau of de arts kan adviseren welke kunstvoeding het meest geschikt is. Wanneer kinderen naast kunstvoeding ook nog moedermelk krijgen, dan is het vanwege de voordelen van moedermelk het afbouwen van de kunstvoeding en het weer volledig terugschakelen op moedermelk het overwegen waard.
Koemelkallergie en borstvoeding
In sommige gevallen reageert een baby met een koemelkallergie allergisch op moedermelk, wanneer de moeder koemelk neemt. In dat geval krijgt de moeder het advies om koemelk en producten met koemelk volledig te vermijden. Het is niet zo dat het beter is om de borstvoeding te staken. Moedermelk bevat namelijk ook allerlei beschermende stoffen voor kinderen. Het heeft daarom de voorkeur boven kunstvoeding.
Regelmatig testen
Omdat koemelkallergie vaak weer overgaat, is het in overleg met de arts goed om regelmatig te proberen of een kind koemelk weer verdraagt. Dit voorkomt onnodige beperkingen in de voeding.
Eerste hapjes
Kinderen met een allergie voor koemelk beginnen net als andere kinderen tussen 4 en 6 maanden met eerste hapjes, zoals fruit- of groentehapjes of brood.
Advies voor baby’s met een verhoogd risico
Kinderen met een verhoogd risico op koemelkallergie kunnen borstvoeding of gewone kunstvoeding nemen. Hypoallergene kunstvoeding, op basis van partieel eiwithydrolysaat, kan een allergie niet voorkomen. Daarom wordt het niet aangeraden om dit aan baby’s met een verhoogd risico op een koemelkallergie te geven. Intensief gehydrolyseerde kunstvoeding wordt dan zelfs afgeraden.
Alternatieven voor koemelk
Zowel dierlijke koemelkvervangers, zoals geitenmelk en schapenmelk, en plantaardige alternatieven zoals sojadrank, haverdrank en amandeldrank worden in de eerste 6 maanden afgeraden als vervangende voeding. Veel van deze vervangers zijn minder optimaal van samenstelling dan (hypoallergene) zuigelingenvoeding.
Als je baby koemelkallergie heeft, dan is de kans dat hij ook allergisch is voor geitenmelk en melk van andere dieren heel groot. Het beste om te geven is hypoallergene flesvoeding op basis van koemelk. In hypoallergene melk zijn de eiwitten in stukjes geknipt waardoor er geen allergische reactie meer ontstaat. Tot 1 jaar is deze hypoallergene voeding het beste als je kind een koemelkallergie heeft.
Tussen 6 en12 maanden adviseren we hypoallergene opvolgmelk bij aangetoonde koemelkallergie.
Advies om het risico op allergie te verkleinen
Het risico op het ontwikkelen van een voedselallergie is hoger wanneer andere voedingsmiddelen dan borst- of kunstvoeding eerder dan de leeftijd van 4 maanden of later dan de leeftijd van 6 maanden worden geïntroduceerd.
Het is belangrijk om bijvoeding niet tot na de leeftijd van 6 maanden uit te stellen. Dan verandert de behoefte aan voedingsstoffen, en het kind moet leren kauwen. Ook vanwege de ontwikkeling van de smaak is introductie van bijvoeding belangrijk.