Omschrijving
Mensen krijgen nitraat en nitriet binnen via voedingsmiddelen en drinkwater.
Bijdrage van belangrijke bronnen van inname van nitraat en nitriet:
- Groente (41%)
- Fruit (18%)
- Drinkwater (3 tot 19%)
- Additieven (E-nummers), zoals conserveermiddelen in vleesproducten en kaas (9%)
Groente is de grootste bron van nitraat. Het gaat vooral om bladgroente zoals sla en spinazie. Het nitraatgehalte in groente wordt mede bepaald door het ras en kan stijgen door gebruik van een (kunst)mest of weinig zonlicht tijdens de groei. Zomergroenten bevatten minder nitraat dan wintergroenten.
Het nitraatgehalte in planten is het hoogst in de stengel, bladsteel en bladnerven. Het nitraatgehalte is lager in het bladmoes en zeer laag in vruchten en bloemen. Dit verklaart de hogere nitraatgehaltes in bladgroenten, vergeleken met andere groentesoorten.
Veiligheid
Nitraat zelf is niet gevaarlijk voor de gezondheid, maar nitraat kan in het lichaam omgezet worden in nitriet. Nitriet kan schadelijk zijn voor de gezondheid doordat het zuurstofgehalte in bloed verminderd kan worden. Ook kan onder bepaalde omstandigheden nitriet omgezet worden in waarschijnlijk kankerverwekkende nitrosamines. Maar het is onwaarschijnlijk dat de hoeveelheid die je via je eten binnenkrijgt schadelijk is of dat je er kanker van krijgt.
Nitraat, nitriet, nitrosamines
Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw is bekend dat nitraat in het lichaam van de mens kan worden omgezet in nitriet. Het lichaam neemt alle nitraat uit voeding op. Ongeveer 25% van het opgenomen nitraat uit voeding of drinkwater komt in speeksel terecht. De rest plas je uit. Ongeveer 20% van het nitraat in speeksel, dat is 4 tot 8% van het ingenomen nitraat, zetten bacteriën in de mondholte om in nitriet.
Dit nitriet in speeksel komt weer in je maag en darmen terecht. Samen met eiwitten uit je voeding kunnen hieruit nitrosamines worden gevormd. Dit proces vindt plaats in het zure milieu van de maag of in de dikke darm.
Nitrosamines (N-nitrosoverbindingen) zijn door het door International Agency for Research on Cancer (IARC) ingedeeld als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens’ (Groep 2A).
Dit wil niet gelijk zeggen dat de nitrosamines echt leiden tot kanker of andere gezondheidsproblemen. Daarom heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) dit goed onderzocht. Een aantal jaar geleden concludeerde de EFSA dat het onwaarschijnlijk is dat nitraat in groenten zal leiden tot gezondheidsrisico’s.
Daarnaast heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) extra onderzocht of nitraatrijke groenten in combinatie met vis schadelijk is. Lange tijd was het advies om dit niet samen te eten. Het RIVM zag geen grotere kans op kanker op de korte of lange termijn. Daarom is het advies dat je geen vis met spinazie of andere nitraatrijke groente mag eten afgeschaft.
Nitraatnormen EU
Om te zorgen dat er niet te veel nitraat aan producten wordt toegevoegd, bestaan er nitraatnormen. Ook voor drinkwater is er een strenge norm.
Nitraatnormen toevoegingen
Nitraat en nitriet kunnen in de vorm van natrium- of kaliumzout, als additief (E-nummer) worden toegevoegd aan onder andere halfharde en harde kaassoorten. Bovendien voegen fabrikanten het toe aan bereide vleeswaren om de houdbaarheid ervan te vergroten of voor de kleur en smaak. Toegestaan zijn de E-nummers E249 (kaliumnitriet), E250 (natriumnitriet), E251 (natriumnitraat) en E252 (kaliumnitraat). Hierbij gelden maximale concentraties die mogen worden toegevoegd aan bepaalde producten. Deze maximum hoeveelheid ligt ver onder de nitraatgehaltes in groenten. Nitriet beschermt vooral tegen de bacterie Clostridium botulinum, dat een ziekmakende gifstof produceert.
Nitraatnormen drinkwater
Voor drinkwater geldt een Europese norm van 50 milligram nitraat per liter water. In Nederland is de richtwaarde echter lager, namelijk maximaal 25 milligram nitraat per liter water. In de praktijk bevat ons kraanwater daarom in de meeste gevallen minder nitraat dan 25 milligram per liter. In 2006 bevatte ons kraanwater gemiddeld 5 milligram nitraat per liter.
Aanvaardbare dagelijkse inname (ADI)
De aanvaardbare dagelijkse inname van nitraat is gesteld op 3,7 milligram per kilogram lichaamsgewicht. Dat staat gelijk aan 259 mg nitraat per dag voor een volwassene van 70 kilo. Voor nitriet heeft het Scientific Comittee for Food (SCF, de voorloper van de EFSA) een ADI van 0,07 mg/kg lichaamsgewicht vastgesteld. Dat staat gelijk aan 4,9 mg nitriet per dag voor een volwassene van 70 kilo.
Gezondheidseffecten
Er gelden 2 adviezen om nitraatinname te beperken:
- Maak geen flesvoeding (voor baby’s) van water uit privébronnen.
- Gebruik nitraatrijke sportsupplementen als bietensap(concentraten) niet op dagelijkse basis.
Baby's en babyvoeding
Baby’s jonger dan 6 maanden hebben een lage maagzuurproductie waardoor ze op basis van het voedsel meer nitriet vormen in hun lichaam. Ook bindt nitriet bij baby’s beter aan eiwitten die voor zuurstoftransport zorgen. Het gevolg kan een zuurstoftekort zijn.
Voor diepvriesgroenten en potjes babyvoeding wordt meestal gekozen voor nitraatarme rassen. Voor het invriezen wordt spinazie snel geblancheerd en vervolgens gekoeld. Dit proces leidt tot minimale of geen nitrietvorming.
Baby's flesvoeding
Baby’s wegen bij geboorte gemiddeld ongeveer 3,7 kilo en als ze 6 maanden zijn ongeveer 7,4 kilo. Met de ADI van maximaal 3,7 milligram per kilo lichaamsgewicht mogen zij maximaal 13,7 tot 27,4 milligram nitraat per dag binnen krijgen. Als baby’s flesvoeding krijgen, drinken ze ongeveer 150 milliliter per kilo lichaamsgewicht per dag. Dit betekent dat het water waar de flesvoeding mee gemaakt wordt, maximaal 25 milligram nitraat per liter mag bevatten.
In 2006 bevatte ons kraanwater
gemiddeld 5 milligram per liter. Op flessen mineraalwater staat het nitraatgehalte vermeld op het etiket. Voor bronwater dat in flessen verkocht wordt, geldt een richtlijn van maximaal 45 milligram nitraat per liter. In de praktijk bevat dit bronwater meestal veel minder nitraat.
Water uit privé-bronnen kan door bemesting van omliggende velden hogere concentraties nitraat bevatten. Gebruik water uit privé-bronnen niet in flesvoeding voor baby’s. Het water kan door bemesting van omliggende velden hogere concentraties nitraat bevatten. Ouders wordt geadviseerd om voor flesvoeding leidingwater of mineraalwater zonder koolzuur te gebruiken. Dit soort water heeft altijd een laag nitraatgehalte.
Bietensap(concentraat)
Een nieuwe trend onder veelal sporters is het drinken van nitraatrijk rode bietensap of concentraten daarvan. Zij drinken dit omdat ze verwachten door de hoge nitraatinname betere (duur)prestaties te krijgen.
Voor nitraatrijke supplementen zijn geen gezondheidsclaims goedgekeurd. Als het gaat om de waardering van gezondheidseffecten van voeding en voedingssupplementen volgt het Voedingscentrum de beoordelingen van gezondheidsclaims van EFSA. In Europa geldt de gezondheidsclaimsverordening (1924/2006/EG). Die stelt dat er alleen gezondheidsclaims mogen worden gebruikt, indien er voldoende wetenschappelijke onderbouwing voor is. Hier vallen ook ‘sportclaims’ onder. De wetenschappelijke dossiers worden door EFSA getoetst en bij goedkeuring mogen de producten de gezondheidsclaims vermelden.
Bietensappen en concentraten daarvan zijn niet meegenomen in de EFSA-veiligheidsevaluatie van nitraat in groente. Aangezien de inname van nitraat door bietensap bovenop de dagelijkse inname van nitraat via andere bronnen komt, zullen vaker ADI-overschrijdingen voorkomen. Bovendien is het onbekend of hogere nitraatinnames ook nitrosaminevorming toe zal doen nemen in het lichaam.
Bij onzekerheden over voedselveiligheid gaat het Voedingscentrum uit van het voorzorgsprincipe. Sporters wordt aangeraden terughoudend te zijn met nitraatrijke sportsupplementen en deze niet op dagelijkse basis te gebruiken. Hiermee kunnen ADI-overschrijdingen over langdurige periodes worden voorkomen.
Meer informatie
Factsheet:
Codex Alimentarius Commission (Codex): www.codexalimentarius.nl
European Food Safety Authority: www.efsa.europa.eu