Meestal wordt de ADI vastgesteld aan de hand van dierproeven. Dieren krijgen verschillende hoeveelheden van de stof toegediend om zo de hoogste dosis te bepalen waarbij er geen negatieve effecten te zien zijn. Deze dosis wordt No Observed Adverse Effect Level (NOAEL) genoemd.
Het NOAEL is slechts de basis voor de ADI. Voor mensen zou de stof schadelijker kunnen zijn dan voor dieren. Daarom wordt de NOAEL door 10 gedeeld. Maar ook de gevoeligheid tussen mensen verschilt. Denk hierbij aan ouderen, mensen met verminderde weerstand, zieken, zwangeren, baby’s en kinderen. Het getal wordt daarom nogmaals door 10 gedeeld. Bij elkaar is dit een extra veiligheidsmarge van 100.
Zijn er bij dierproeven geen nadelige effecten te zien bij de hoogste dosis die is gegeven, en er zijn bij mensen geen negatieve gevolgen te verwachten, dan is er geen maximum voor de inname van deze stof. De ADI is dan weergegeven als ‘onbeperkt’.
Hoe bereken je de ADI?
De ADI staat meestal aangegeven in milligram per kilo lichaamsgewicht. Als de ADI heel klein is, staat het aangegeven in microgram. Omdat de ADI wordt aangegeven per kilogram lichaamsgewicht is de aanvaardbare dagelijkse inname voor lichte mensen en kinderen dus lager dan voor mensen die zwaarder zijn.
Bijvoorbeeld een persoon van 70 kilo mag van een toevoeging met een ADI van 40 milligram per kilo: 70 (kilo) x 40 (milligram) = 2,8 gram per dag binnenkrijgen, terwijl een kind van 10 kg er maar 10 (kilo) x 40 (milligram) = 0,4 gram per dag van binnen mag krijgen.
sluiten