Hoe voorkom je dat kinderen steeds om ongezonde tussendoortjes vragen? Hoe houd je het gezellig aan tafel? En hoe zorg je ervoor dat je kind veel soorten groente leert eten? Als kinderen al vroeg over gezonde eetgewoonten leren, helpt dat bij het ontwikkelen van een gezond eetpatroon. Op deze pagina geven we 11 tips die hierbij kunnen helpen, handig voor jezelf en het hele gezin.
1. Geef zelf het goede voorbeeld
Kinderen doen hun ouders na en dat geldt niet alleen voor jonge kinderen. Als jij gezond eet, zal je kind dat ook eerder doen. Je bewust zijn van jouw voorbeeldrol is de eerste stap.
Wat helpt?
- Bedenk welke gewoontes je belangrijk vindt om je kind aan te leren en laat dat gedrag zelf zien. Eet bijvoorbeeld fruit en snackgroente als tussendoortje en drink water of thee zonder suiker. En snoep of snack niet te veel waar je kind bij is.
- Laat je kind zien dat je geniet van gezond eten. Groente eten is geen ‘moetje’ maar lekker en leuk!
- Bedenk dat je ook een voorbeeld kan zijn met hoe je eet. Zorg bijvoorbeeld dat je eet met aandacht, zonder televisie of telefoon.
sluiten
2. Zorg voor een gezonde thuisomgeving
Als er vooral gezond eten en drinken in huis is, wordt het makkelijker om gezond te eten. Je kind wordt niet continu verleid om ongezond te eten. Dat geldt natuurlijk ook voor jezelf. Bovendien leer je je kind op deze manier dat gezond eten normaal is.
Wat helpt?
- Haal minder snoep, koek, chips en frisdranken in huis. En als het in huis is, leg het uit het zicht.
- Zorg voor genoeg lekkere, gezonde tussendoortjes in huis.
- Zorg dat het gezonde eten makkelijk te pakken is. Zet de fruitschaal in het zicht, bijvoorbeeld midden op tafel. Of zet een bakje met gesneden fruit of groente klaar als je kind uit school komt Tips om je huis gezond in te richten.
sluiten
3. Zorg voor vaste eet- en drinkmomenten
Vaste eetmomenten zorgen voor duidelijkheid en geven structuur aan de dag. Een voorbeeld van een goede dagindeling is: ontbijt, tussendoortje, lunch, tussendoortje en warme maaltijd. Hierdoor leert je kind om niet de hele dag door te eten en drinken. Dat is ook beter voor de tanden.
Wat helpt?
- Hou rekening met je kind als je een dagprogramma bedenkt. Ieder kind is anders. Misschien eet je kind tijdens de lunch wat meer dan tijdens het avondeten, of helpt het om het avondeten wat vroeger op de avond te doen, omdat je kind anders te moe is. Probeer uit wat werkt voor je kind.
- Wees flexibel met de dagindeling als dat nodig is. Het is niet de bedoeling dat een planning voor stress zorgt bij jou of je kind.
- Sommige kinderen hebben lang nodig om uit hun spel te komen. Als ze geconcentreerd bezig zijn, is het lastig om ineens om te schakelen naar eten. Het helpt om kinderen bijvoorbeeld 5 minuten voor het eten te waarschuwen, zodat ze tijd hebben om af te ronden waar ze mee bezig zijn.
sluiten
4. Maak
duidelijke regels over eten
Door regels te maken over eten, weet je kind waar die aan toe is. Dat geeft rust voor jou en je gezin. Eten doen we aan tafel bijvoorbeeld, of als tussendoortje eten we fruit of groente. En wat doe je bijvoorbeeld bij speelafspraakjes? Mag er wel gesnoept worden als je kind een vriendje mee naar huis neemt? Ook voor dit soort situaties zijn regels goed.
Wat helpt?
- Bepaal samen met je partner de regels over eten en drinken. Denk hierbij ook na over de uitzonderingen, zoals een verjaardag of uitje.
- Betrek je kind vanaf de basisschoolleeftijd bij het opstellen van de regels, waarbij jij de kaders schetst en je kind mag meedenken over de invulling. Bijvoorbeeld: de afspraak is één keer per dag een snoepje, jij mag bepalen wanneer.
- Stel positieve regels op. Benoem het gedrag dat je wilt zien, in plaats van het gedrag dat je niet wilt zien. Bijvoorbeeld: we eten samen aan tafel en blijven aan tafel tot iedereen klaar is, in plaats van je mag niet van tafel.
- Wil je een nieuwe regel invoeren of een regel veranderen? Geef je kind vooral de tijd om eraan te wennen. Blijf de nieuwe regel herhalen en leg uit waarom de nieuwe regel er is. Verwacht niet dat je kind de nieuwe regel meteen opvolgt, want nieuw gedrag aanleren kost tijd.
- Wees consequent met de opgestelde regels. Probeer dus niet te vaak af te wijken of uitzonderingen te maken. Dat is verwarrend voor een kind.
sluiten
5. Leg uit
Als kinderen begrijpen
waarom gezond eten belangrijk is, zullen ze ook sneller geneigd zijn gezond te
eten. Als je kind snapt waarom er regels zijn over eten en drinken, dan is de
kans ook groter dat ze er begrip voor hebben.
Wat helpt?
- Besteed al vanaf dat je kind jong is aandacht aan het belang van gezond eten. Je kunt dit op een speelse manier doen, die past bij de leeftijd van je kind. Hoe jonger het kind, des te simpeler kan je uitleg zijn over gezond en ongezond eten, bijvoorbeeld met een plaatjesboekje of vertellen dat je sterk en groot wordt van gezond eten. Als een kind ouder is kun je ook dingen uitleggen zoals dat je minder snel ziek wordt als je gezond eet en wat dan gezond is. Je kunt dit bespreken als je samen eten of drinken klaarmaakt, of samen naar de supermarkt gaat.
- Leg ook uit waarom bepaalde regels gelden in huis. Doe dit op een rustig moment, niet als er discussie is over een regel.
sluiten
6. Laat je kind vaak proeven
Wil je kind een bepaalde groente niet eten? Weet dan dat een kind soms wel 10 keer hetzelfde moet proeven voordat het aan een nieuwe smaak is gewend. Geef dus niet te snel op en heb geduld.
Aan de slag met het Leren-lusten-plan
Heb je het idee dat je een andere aanpak nodig hebt? Dan kan het helpen om samen met je kind (vanaf 4 jaar) een plan te maken, want lusten kun je leren! Opvoedkundige en kinderpsycholoog Tischa Neve heeft het Leren-lusten-plan ontwikkeld. Hiermee kun je op deze pagina samen met je kind aan de slag.
Wat helpt?
- Moedig je kind aan om te proeven, maar verplicht je kind niet om het bord leeg te eten.
- Maak eten op verschillende manieren klaar. Misschien lust je kind spruitjes wel als ze gewokt zijn, of uit de oven. Of broccoli als het klein is gesneden met sesamzaadjes erover.
- Bied wat je kind niet lust samen aan met iets wat die wel lekker vindt. Prak het niet door elkaar, want dan proeft je kind de verschillende smaken niet meer en ‘maskeer’ je de smaak.
- Vind je kind het echt heel lastig om dingen te proberen? Of moet die kokhalzen van bijvoorbeeld een stukje vis of een sperzieboontje? Probeer er niet te veel aandacht aan te schenken en probeer het een andere keer nog eens, misschien op een andere manier klaargemaakt. Het is belangrijk dat eten geen strijd wordt.
- Laat je kind niet te lang doen over het eten. Eten kan dan een strijd worden. Hou bijvoorbeeld aan dat jullie maximaal 20 of 30 minuten aan tafel zitten.
sluiten
7. Beloon goed gedrag
Heeft je kind iets geproefd wat die niet lekker vond? Of heeft die een hele dag niet gezeurd om snoep? Of was het heel gezellig tijdens het eten? Goed gedrag kun je belonen. Beloon liever niet met eten, zoals een toetje.
Wat helpt?
- Geef een complimentje of knuffel, zeg dat je het knap vindt.
- Doe samen een spelletje aan tafel na het eten.
sluiten
8. Maak gezond eten leuk
Plezier in eten is belangrijk! Door gezond eten aantrekkelijk te maken, verleid je je kind om gezond te eten. Hoe meer plezier jullie samen hebben in eten, des te makkelijker wordt het ook om gezond op te voeden.
Wat helpt?
- Doe verschillende soorten snackgroenten of gesneden fruit in een leuk bakje. Zo kan je kind zelf kiezen welke die pakt.
- Zet een mooie kan water op tafel met een schijfje citroen, komkommer, een paar aardbeien of munt waar ze uit kunnen drinken, met leuke glaasjes erbij.
- Snijd fruit in aparte vormen of gebruik uitsteekvormpjes, bijvoorbeeld van een ster of een hartje. En restjes fruit of groente? Die eet je lekker zelf op.
- Maak iets leuks van de broodtrommel. Bekijk deze leuke broodtrommel-ideeën.
- Het helpt ook als kinderen gezond eten verbinden aan leuke dingen. Zorg bijvoorbeeld voor een gezellige sfeer aan tafel door groente leuke namen te geven zoals broccoliboompjes of groene frietjes voor sperziebonen. Leg niet te veel nadruk op ‘gezond’ door groente als een vanzelfsprekend onderdeel van de maaltijd te beschouwen en hier verder niet bij stil te staan.
sluiten
9. Laat je kind helpen bij
het voorbereiden van de maaltijd
Je kunt je kind al vroeg laten helpen bij het klaarmaken van een maaltijd. Denk aan meehelpen kiezen wat jullie gaan eten, boodschappen doen en koken. Dat is leuk, leerzaam en vaak willen kinderen dan eerder proeven.
Wat helpt?
- Laat je kind meehelpen bij het maken van een
boodschappenlijstje. Stel zelf een aantal opties voor en laat je kind
vervolgens de keuze maken tussen die opties.
- Laat je kind in de supermarkt meehelpen bij het
verzamelen van de boodschappen van het lijstje. Omdat je het lijstje samen hebt
opgesteld, zullen er in de supermarkt minder discussies ontstaan. Als je kind
toch vraagt om iets dat niet op het lijstje staat kun je de vraag terugstellen:
‘staat dat op het boodschappenlijstje?‘ Zo maak je er een spel van.
sluiten
10. Troost je kind met aandacht
Heeft je kind pijn of verdriet? Troosten werkt het
beste met aandacht. Liever niet met eten.
Wat helpt?
- Geef een kus, een knuffel of zing een liedje.
- Hoe ouder je kind, hoe beter die leert praten over emoties. Als ouder kun jij helpen om emoties een plek te geven door ze te benoemen, bijvoorbeeld ‘boos’, ‘teleurgesteld’.
- Wat je beter niet kunt doen is troosten met eten, bijvoorbeeld een snoepje of een ijsje. Op deze manier leert je kind dat die zichzelf kan troosten door te eten. Ook op latere leeftijd kan je kind dit nog doen. De kans op overgewicht en eetstoornissen wordt hierdoor groter.
sluiten
11. Heb geduld en blijf positief
Iets nieuws leren vraagt tijd, geduld en aandacht. Net zoals leren fietsen, zwemmen of lezen. Gaat het een keer niet zo goed? Probeer het later weer, het hoeft niet elke dag perfect, als de basis maar gezond is. Misschien merk je dat het lastig is voor je kinderen om zich aan een bepaalde regel te houden. Of misschien vind je dat er ondanks de afspraken te veel gesnoept wordt. Als het wat minder loopt, doe dan een stapje terug.
Wat helpt?
Blijf positief
Als je boos of geïrriteerd bent, probeer dan niet te emotioneel te reageren naar je kind. Zoek naar manieren om met je boosheid of irritatie om te gaan, bijvoorbeeld door jezelf af te leiden. Houd de belangrijke regels in je achterhoofd. Je hoeft ook niet overal de strijd over aan te gaan. Geef jezelf en je kind de tijd. Je hoeft niet alles meteen op te lossen.
Kijken en bijstellen
Blijft eten een probleem? Het is soms goed om van een afstandje te kijken naar de situatie en niet meteen te reageren. Observeer de maaltijden die juist wel goed gaan. Wat is er anders aan deze maaltijden?
Het kan aan van alles liggen, let bijvoorbeeld op:
- Wie is erbij? En wie zit naast wie?
- Wat wordt er gegeten? Is het iets dat je kindje al lust, of is het iets nieuws?
- Hoe laat wordt er gegeten?
- Waar wordt er gegeten?
- Hoe is de sfeer aan tafel?
- Hoe zit iedereen in zijn vel?
- Waar wordt over gesproken?
Door te observeren wat er gebeurt op een goed moment, leer je wat werkt en wat minder goed werkt. Dit kun je vervolgens ook op andere momenten toepassen. Blijft het lastig? Dan kun je altijd hulp vragen van je omgeving of van een professional, zoals een (kinder)psycholoog op opvoeddeskundige.
sluiten