Omschrijving
De
bacterie campylobacter leeft in de darmen van dieren en komt via hun uitwerpselen
bijna overal op voor. Ze overleven goed op voedingsmiddelen, maar groeien er
niet op verder.
Campylobacter
veroorzaakt een voedselinfectie. Er zijn maar weinig campylobacter-bacteriën
nodig om ziek van te worden. Het zorgt jaarlijks voor meer ziektegevallen dan
Salmonella. Het RIVM schat dat door besmet voedsel ongeveer dertigduizend mensen ziek worden door campylobacter en zo’n vijftienduizend mensen door salmonella.
Soorten
Campylobacter
Er zijn 15 soorten campylobacter. De belangrijkste soort is de Campylobacter
jejuni die vooral bij vogels, maar ook bij varkens voorkomt. De belangrijkste bron
van infectie zijn kippen, het maakt niet uit van welk ras ze zijn of van welke
pluimveehouderij ze komen.
Gezondheidseffecten
Campylobacter
kan een voedselinfectie veroorzaken. Niet iedereen is even gevoelig voor campylobacter. Een lichte besmetting kan het lichaam opvangen.
Ziekteverschijnselen
treden meestal pas op 48 uur tot 1 week na de besmetting met campylobacter.
Klachten
De
klachten zijn lichte maag-darmklachten, griep, diarree waarin bloed kan
voorkomen en buikpijn. De klachten houden ongeveer 5 tot 7 dagen aan. Patiënten
kunnen nog wekenlang last hebben van darmkrampen.
De bacterie kan in uitzonderingsgevallen het Guillain Barré-syndroom
veroorzaken. Dit tast het zenuwstelsel aan. Heel soms is er blijvende
spierzwakte met symptomen als ernstige verzwakking van spieren, polioachtige
verschijnselen en pijn.
Andere
complicaties die kunnen voorkomen zijn een darmontsteking en
gewrichtsproblemen, vooral in de knie.
Risicogroepen
Mensen met verminderde weerstand, zwangeren, jonge kinderen en ouderen zijn
gevoeliger voor een besmetting. Bij deze kwetsbare groepen kan de campylobacter zorgen voor een vochttekort.
Een vochttekort kan zonder medische begeleiding levensbedreigend worden. Het is daarom
voor hen extra belangrijk om de hygiëneadviezen op te volgen.
Veiligheid
Campylobacter leeft in de darmen van dieren. Door contact met dieren kan je besmet raken.
Campylobacter komt vooral voor in rauw vlees en in niet-gepasteuriseerde rauwe melk en rauwe melkproducten. Kip is de grootste bron van besmetting. Campylobacter overleeft in zoet en zout water, waardoor ook schaal- en schelpdieren de bacterie kunnen overdragen. Door besmet water kunnen de bacteriën op groenten terecht komen. Drinkwater in Nederland is veilig, maar in het buitenland kan het besmet zijn.
Campylobacter groeit bij een temperatuur van 30 tot 45 °C. De optimale temperatuur is 42 °C, de lichaamstemperatuur van vogels. Campylobacter gaat dood bij koken, bakken of braden. De bacterie is dus onschadelijk in gepasteuriseerde en gekookte producten. Bij bevriezing neemt het aantal campylobacter-bacteriën af, maar ze kunnen het wel overleven. Door vlees thuis eerst in te vriezen (-20 °C) kan het risico op besmetting met campylobacter wel verminderd worden, maar het doodt niet alles.
Warenwet
Volgens de Warenwet mag campylobacter niet in levensmiddelen voorkomen. Dit geldt niet voor rauwe levensmiddelen die nog bewerkt worden of als het product verhit wordt voor het eten. Voor rauw pluimveevlees staat op de verpakking een verplichte waarschuwing: “Let op, geef schadelijke bacteriën geen kans. Zorg daarom dat deze bacteriën niet via de verpakking, uw handen of het keukengerei in uw eten terechtkomen. Maak dit vlees door en door gaar om deze bacteriën uit te schakelen”.
Risicolanden
In Mediterrane en Aziatische landen loop je meer risico op een campylobacter-besmetting. Ongeveer 1/6 deel van de ziektegevallen komt door een reis naar het buitenland. Het is daarom belangrijk om op reis extra voorzichtig te zijn.
Voedingsadvies
Om
besmetting met campylobacter te voorkomen gelden de volgende adviezen:
- Was je handen voor het koken
- Was je handen na het aanraken
van rauw vlees
- Was keukengerei direct na
gebruik met heet water en afwasmiddel
- Prik niet met hetzelfde bestek
in rauw vlees en daarna in gaar eten
- Ga voorzichtig om met
druipvocht van ontdooide kip
- Gebruik nooit dezelfde
ondergrond voor rauw vlees en daarna voor gaar eten of rauw te eten
groente
- Bak vlees door en door gaar. Neem geen rauwe melk en
producten van rauwe melk, zoals boter en zachte kaas
- Was rauwe groenten en fruit grondig onder
stromend water
- Drink in het buitenland alleen
kraanwater als dat veilig is verklaard
- Was je handen na het aanraken
van (huis)dieren, vooral als die diarree hebben
Meer informatie
Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu:
www.rivm.nl
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:
www.nvwa.nl
European Food Safety Authority:
www.efsa.europa.eu