Mooie kreten, fris uitziende verpakkingen en mooie praatjes verkopen beter. Fabrikanten zetten deze middelen dan ook graag in. Maar ze kunnen jou als consument wel op het verkeerde been zetten. Wat je ziet en leest op de verpakking, hoeft niet altijd te kloppen. Door de verkooptrucs te herkennen, wapen je jezelf beter.
Wat weet jij van het etiket?
6 valkuilen bij etiket lezen:
1. Loze kreten op de verpakking
Op de voorkant van de verpakking vind je vaak kreten als ‘bron van vezels’ of ‘goed voor de weerstand’. Die kreten noemen we claims. Soms klopt zo’n claim inderdaad. Maar meestal zijn het loze kreten om jou te verleiden het product te kopen. Als er ‘ambachtelijk’, ‘vers’ of ‘natuurlijk’ op de verpakking staat, dan klinkt dat mooi. Maar het zegt niets. Zo kan een ‘ambachtelijk’ brood net zo goed in de fabriek zijn gemaakt.
2. Light wil niet zeggen calorie-arm
Light-producten bevatten niet altijd minder calorieën dan de gewone varianten. Zo kan light-chips net zoveel calorieën bevatten als gewone chips. En in light-pindakaas zit soms 30% minder vet, maar wel meer suiker dan de gewone variant.
3. Verleidelijke plaatjes
Op verpakkingen staan de mooiste foto’s, bijvoorbeeld van groente, fruit of noten. Je verwacht dan dat het product er vol mee zit. Maar dat is lang niet altijd het geval. Op een pak vruchtendrank staan soms de prachtigste aardbeien, terwijl er maar 1% echte aardbei inzit.
4. Niet alle porties zijn even groot
Op veel etiketten staat ook de voedingswaarde per portie, bijvoorbeeld per glas of koekje. Maar dat kan verwarrend zijn. Fabrikanten bepalen namelijk zelf hoe groot zo’n portie is. Zo rekent de ene fabrikant 30 gram voor 1 portie en de andere 45 gram. En nog een andere valkuil: soms zitten er 2 koeken in een meeneemverpakking en wordt het aantal calorieën gemeld van 1 koek. Dat lijkt namelijk gezonder!
5. Verwarring door referentie-inname
Op veel verpakkingen staat een referentie-inname (RI). Deze RI geeft aan hoeveel een gemiddelde volwassene per dag nodig heeft óf wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past. Dat kan verwarrend zijn. Voor vitamines is het prima als je de 100% haalt. Maar voor zout en verzadigd vet geldt juist: hoe minder, hoe beter.
6. Natuurlijke naam in plaats van E-nummer
Fabrikanten zetten soms de uitgeschreven naam van een stof op het etiket in plaats van een E-nummer. Dit klinkt natuurlijker. Er staat dan ‘citroenzuur’ in plaats van E330, terwijl het hetzelfde stofje is (een conserveermiddel). Wil je weten of een stof in de ingrediëntenlijst een E-nummer heeft? Zoek het op in de E-nummerzoeker.
Tips om de valkuilen te vermijden:
- Laat je niet verleiden door mooie plaatjes en praatjes op de voorkant van de verpakking. De belangrijkste informatie staat juist op de achterkant.
- Kijk altijd in de voedingswaardetabel en ingrediëntenlijst om te weten wat er precies in het product zit.
- Wil je producten vergelijken? Vergelijk ze dan per 100 gram en niet per portie, want dat is dus niet altijd hetzelfde.
Meer informatie over het etiket