Wat zijn allergenen?
Allergenen zijn eiwitten die allergische reacties kunnen opwekken. Allergenen zijn in te delen in:
- Voedselallergenen: zij komen het lichaam binnen via eten.
Voorbeelden zijn: eiwitten in koemelk en pinda’s.
- Inhalatieallergenen: zij komen het lichaam binnen via inademing. Voorbeelden zijn: stuifmeelpollen of uitwerpselen van huisstofmijt.
- Contactallergenen: zij komen het lichaam binnen via contact met de huid. Voorbeelden zijn: bestanddelen van cosmetica.
Voedselallergenen
Voedselallergenen kunnen aanwezig zijn in bepaalde ingrediënten. De Europese Unie heeft bepaald dat de ingrediënten die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken extra duidelijk vermeld moeten worden op het etiket.
Van deze 14 ingrediënten die een allergische reactie kunnen veroorzaken, moet zijn aangegeven of ze voorkomen in het product:
- glutenbevattende granen, zoals tarwe (waaronder spelt en khorasantarwe, voorheen kamut), rogge, gerst en haver.
- ei
- vis
- pinda
- noten, zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten
- soja
- melk, inclusief lactose
- schaaldieren
- weekdieren
- selderij
- mosterd
- sesamzaad
- sulfiet
- lupine
Ook hiervan afgeleide stoffen die overgevoeligheidsreacties kunnen veroorzaken, moeten worden vermeld.
Onderzoek naar allergeniciteit
Bij het onderzoeken van de allergeniciteit van een stof wordt bepaald of mensen er allergisch voor kunnen zijn of kunnen worden. Dat onderzoek wordt vooral gedaan met nieuwe producten die op de markt komen, zoals sommige tropische vruchten of genetisch gemodificeerde producten.
Sommige voedingsmiddelen die als niet-allergeen uit een onderzoek kwamen, veroorzaken toch allergische reacties. Dat komt doordat sommige mensen anders reageren op de stof dan proefpersonen.
Welke informatie over allergenen staat op het etiket?
Verplichte informatie op het etiket
Bovenstaande allergenen moeten altijd op het etiket staan. Het moet opvallen, bijvoorbeeld met dikgedrukte tekst of in hoofdletters. Het maakt daarbij niet uit hoeveel van de stof in het voedingsmiddel zit of met welk doel het gebruikt is. Het kan dus gaan om een ingrediënt of om een hulpstof bij de productie. Ook stoffen die van de allergenen gemaakt worden, moeten op het etiket staan. Denk daarbij aan aroma’s.
Uitzonderingen
De wetgeving kent een paar uitzonderingen. Afgeleide stoffen die geen reacties kunnen geven bij mensen met een voedselallergie en coeliakie, hoeven niet op het etiket te staan. Voor sulfiet en zwaveldioxide geldt een drempelwaarde: deze moeten er wel opstaan zodra er meer dan 10 milligram per kilo of liter voorkomt in het eindproduct.
Sporen van
Met teksten als ‘kan sporen van noten bevatten’ waarschuwden fabrikanten lange tijd voor mogelijke kruisbesmetting, ook al hoeft daarvan geen sprake te zijn.
Vanaf 1 januari 2024 is er in Nederland nieuw beleid
vastgesteld met duidelijker regels voor mogelijk kruisbesmetting. Er zijn hoeveelheden
(referentiedosis) vastgesteld van een
allergeen. Zit er in een product meer dan de referentiedosis dan moet er een
waarschuwing komen op het etiket. Dit mag dan op 2 manieren:
- ‘Kan xxx bevatten’ (bijvoorbeeld: ‘Kan noten bevatten’)
- ‘Niet geschikt voor xxx’ (bijvoorbeeld: ‘Niet geschikt voor mensen met een soja-allergie’)
Alleen deze bewoordingen mogen gebruikt worden.
Zinnen die je vaak tegenkwam als ‘sporen van xxx’ of
‘gemaakt in een fabriek waar ook xxx aanwezig is’ mogen dan niet meer.
Fabrikanten hebben tot 1 januari 2026 de tijd om hun etiketten hierop aan te
passen.
Besmetting met gluten
Het risico op besmetting met gluten is groot wanneer glutenvrije granen verwerkt worden tot meel, vlokken en dergelijke. Daardoor kan er in bewerkte granen die van nature glutenvrij zijn (boekweitmeel, teffmeel, havervlokken, tapiocameel, mais(zet)meel) tóch gluten zitten. Vanwege deze ‘verontreiniging’ is het advies om bewerkte granen alleen te gebruiken als de term ‘glutenvrij’ of het officiële Crossed Grain keurmerk op het etiket staat.
Aanvullende etikettering
Voor enkele nieuwe voedingsmiddelen (novel foods) is aanvullende allergenenwaarschuwing verplicht. Bijvoorbeeld op producten die raapzaadeiwit bevatten, moet worden vermeld dat dit ingrediënt allergische reactie kan veroorzaken bij consumenten die allergisch zijn voor mosterd.
Informatie over allergenen in onverpakte producten
Er geldt ook een informatieplicht voor de 14 allergenen voor niet-voorverpakte producten, bijvoorbeeld in restaurants, ambachtelijke slagerijen en bakkerijen, zorginstellingen en de catering.
Zij moeten mensen vooraf informeren dat allergeneninformatie opvraagbaar en beschikbaar is. Het staat de ondernemer dan vrij op welke wijze iemand de informatie over allergenen krijgt. Dit kan mondeling, maar bijvoorbeeld ook via een display of een schapkaart. In ieder geval moet ergens in het bedrijf een melding zichtbaar zijn, zodat duidelijk is waar de informatie kan worden gevraagd.
Heb je een voedselallergie, en heb je slechte ervaringen wanneer je buitenshuis eet of eten haalt, omdat je nergens een melding ziet over allergenen? Meld dan bij de NVWA dat je verkeerd bent voorgelicht.
App 'Kies Ik Gezond?'
Met de ‘Kies Ik Gezond?’-app kun je eenvoudig jouw allergeen selecteren. Zo zie je in één oogopslag of het
aanwezig is in het product of niet. Ook producten met het glutenvrij-keurmerk
‘Crossed Grain’ zijn herkenbaar in de app.
Meer informatie
Lees meer over het geven van voedselinformatie aan de consument bij Wet Voedselinformatie.
Kijk hier voor meer informatie over voedselovergevoeligheid.