Kruiden komen vooral van
kruidachtige planten (een botanische indeling) en groeien in een gematigd
klimaat. Meestal worden de verse bladeren gebruikt. Voorbeelden van kruiden
zijn peterselie, selderij, lavas en basilicum. Ook worden vruchten en zaden
gebruikt, denk aan karwijzaad, mosterdzaad en jeneverbes. Kruiden kun je soms
vers kopen als plant. Ook kun je sommige kruiden zelf kweken.
Specerijen zijn aromatische of scherp
smakende gedroogde delen van planten.
Specerijen zijn afkomstig uit landen met een tropisch
klimaat. Specerijen van wortel zijn onder andere gember en kurkuma (geelwortel).
Specerijen van vruchten en bloemen onder andere kruidnagel, nootmuskaat, peper,
paprika en vanille. Van schors wordt kaneel gemaakt.
sluiten